Einde inhoudsopgave
Invoeringswet Wetboek van Strafrecht
Artikel 19
Geldend
Geldend vanaf 01-09-1886
- Bronpublicatie:
15-04-1886, Stb. 1886, 64 (uitgifte: 13-05-1886, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-1886
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-04-1886, Stb. 1886, 64 (uitgifte: 13-05-1886, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Financiën
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Algemeen
1.
Blijven van kracht, voor zoover betreft feiten waartegen in eenige andere wet niet is voorzien, de bepalingen omtrent onderwerpen in de acht eerste Titels van het eerste Boek van het Wetboek van Strafrecht behandeld, alsmede de strafbepalingen, bij eenige bijzondere wet vastgesteld ten opzichte van overtreding van eenigen algemeenen maatregel van inwendig bestuur tot uitvoering dier wet uitgevaardigd.
2.
Art. 11 dezer wet is daarbij van toepassing.
3.
De bepalingen voorkomende in de wetten bedoeld in het eerste lid van dit artikel omtrent solidariteit bij veroordeeling tot boete, voorziening in geval van wanbetaling van boete, bestemming van boete en van verbeurdverklaarde, niet vernietigde of onbruikbaar gemaakte voorwerpen, verval van het recht van strafvordering door transactie of door vrijwillige betaling van het maximum der boete, alsmede omtrent verzachtende omstandigheden blijven of zijn ingetrokken.
Bevat wijzigingen in de wet houdende ‘maatregelen tegen het gevaar hetwelk door den in-, door- en vervoer van vergiftige stoffen kan ontstaan’, de wet ‘houdende buitengewone maatregelen tot afwending van eenige besmettelijke ziekten en tot wering harer uitbreiding en gevolgen’ en de wet ‘houdende nadere bepalingen omtrent het vervoer, den in-, uit- en doorvoer, verkoop en opslag van buskruit en andere licht ontvlambare stoffen’.