Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake samenwerking bij de bestrijding van sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen over zee en door de lucht in het Caribisch gebied
Artikel 24 Rechtsmacht inzake vastgehouden vaartuigen en personen
Geldend
Geldend vanaf 18-09-2008
- Redactionele toelichting
De inwerkingtreding is gepubliceerd in het Maandbericht van november 2008.
- Bronpublicatie:
10-04-2003, Trb. 2004, 54 (uitgifte: 12-03-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
18-09-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-10-2010, Trb. 2010, 253 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
In alle gevallen die zich voordoen in de wateren van een Partij, of die betrekking hebben op vaartuigen die de vlag van die Partij voeren en zich zeewaarts van de territoriale zee van een Staat bevinden, heeft die Partij rechtsmacht met betrekking tot een vastgehouden vaartuig, zijn lading en opvarenden, met inbegrip van inbeslagneming, verbeurdverklaring, aanhouding en strafvervolging. Met inachtneming van haar Grondwet en wetten, kan de Partij in kwestie ermee instemmen dat een andere Staat rechtsmacht uitoefent in overeenstemming met het internationale recht en overeenkomstig elke door haar gestelde voorwaarde.
2.
Elke Partij waarborgt dat haar verplichtingen tot kennisgeving uit hoofde van het Verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen worden nageleefd.