Besluit 2009/426/JBZ inzake het versterken van Eurojust en tot wijziging van Besluit 2002/187/JBZ betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 04-06-2009
- Bronpublicatie:
16-12-2008, PbEU 2009, L 138 (uitgifte: 04-06-2009, regelingnummer: 2009/426/JBZ)
- Inwerkingtreding
04-06-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2008, PbEU 2009, L 138 (uitgifte: 04-06-2009, regelingnummer: 2009/426/JBZ)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
Besluit van de Raad van 16 december 2008 inzake het versterken van Eurojust en tot wijziging van Besluit 2002/187/JBZ betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 31, lid 2 en artikel 34, lid 2, onder c),
Gezien het initiatief van het Koninkrijk België, de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek en het Koninkrijk Zweden,
Gezien het advies van het Europees Parlement(1),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Eurojust is bij Besluit 2002/187/JBZ van de Raad(2) opgericht als een orgaan van de Europese Unie met rechtspersoonlijkheid, met als doel de coördinatie en de samenwerking tussen de bevoegde justitiële instanties van de lidstaten te bevorderen en te verbeteren.
- (2)
Uit een evaluatie van de door Eurojust opgedane ervaring is gebleken dat de operationele efficiëntie van Eurojust verder moet worden verbeterd, waarbij de verworven ervaring in aanmerking moet worden genomen.
- (3)
Eurojust moet nu operationeler worden en de status van de nationale leden moet meer worden geharmoniseerd.
- (4)
Opdat de lidstaten er permanent en effectief toe kunnen bijdragen dat Eurojust zijn doelstellingen verwezenlijkt, is het nationale lid verplicht zijn vaste werkplek op de zetel van Eurojust te hebben.
- (5)
Er moet een gemeenschappelijke basis worden vastgesteld voor de bevoegdheden waarover ieder nationaal lid dient te beschikken in zijn hoedanigheid van bevoegde nationale autoriteit overeenkomstig het nationale recht. Sommige van deze bevoegdheden moeten aan de nationale leden worden verleend voor dringende gevallen waarin hij de bevoegde nationale autoriteit niet snel genoeg kan achterhalen of contacteren. Het spreekt vanzelf dat deze bevoegdheden niet behoeven te worden uitgeoefend wanneer de bevoegde autoriteit wél kan worden achterhaald en gecontacteerd.
- (6)
Dit besluit laat de lidstaten vrij in het bepalen van hun interne justitiële organisatie of de administratiefrechtelijke procedures voor de aanwijzing van het nationale lid en de opzet voor het interne functioneren van de nationale bureaus bij Eurojust.
- (7)
Binnen Eurojust moet een coördinatie met oproepdienst (OCC) worden opgezet om Eurojust permanent beschikbaar te maken en dit orgaan in staat te stellen in dringende gevallen op te treden. Het moet tot de verantwoordelijkheid van elke lidstaat behoren ervoor te zorgen dat hun vertegenwoordigers in de OCC 24 uur per dag en 7 dagen per week inzetbaar zijn.
- (8)
De lidstaten dienen ervoor te zorgen dat de bevoegde nationale autoriteiten de krachtens dit besluit gedane verzoeken zonder nodeloze vertraging behandelen, zelfs indien de bevoegde nationale autoriteiten weigeren om op verzoeken van het nationale lid in te gaan.
- (9)
Aan het college moet een zwaardere rol worden toegekend in jurisdictiegeschillen en in geval van herhaalde weigeringen of moeilijkheden in verband met de uitvoering van verzoeken en besluiten inzake justitiële samenwerking, waaronder instrumenten waarmee uitvoering wordt gegeven aan het beginsel van wederzijdse erkenning.
- (10)
In de lidstaten moeten nationale coördinatiesystemen voor Eurojust worden opgezet met het oog op het coördineren van de werkzaamheden van de nationale correspondenten voor Eurojust, de nationale correspondent voor Eurojust voor terrorismebestrijding, de nationale correspondent voor het Europees justitieel netwerk en ten hoogste drie andere aanspreekpunten van het Europees justitieel netwerk, en van de vertegenwoordigers in de netwerken inzake gemeenschappelijke onderzoeksteams, oorlogsmisdrijven, ontneming van vermogensbestanddelen en corruptie.
- (11)
Het nationale coördinatiesysteem voor Eurojust dient ervoor te zorgen dat het casemanagementsysteem op efficiënte en betrouwbare wijze gegevens in verband met de betrokken lidstaat ontvangt. Het nationale coördinatiesysteem voor Eurojust behoeft echter niet in te staan voor de eigenlijke overdracht van gegevens aan Eurojust. De lidstaten dienen te besluiten welk kanaal het best kan worden gebruikt voor de overdracht van gegevens aan Eurojust.
- (12)
Het nationale coördinatiesysteem voor Eurojust dient voor de vervulling van zijn taken op het casemanagementsysteem aangesloten te zijn. De aansluiting op het casemanagementsysteem geschiedt met inachtneming van de nationale informatietechnologiesystemen. De toegang tot het casemanagementsysteem op nationaal niveau berust op de centrale rol van het nationale lid, dat verantwoordelijk is voor het openen en beheren van tijdelijke werkbestanden.
- (13)
Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad van 27 november 2008 over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken(3) is van toepassing op de verwerking door lidstaten van de persoonsgegevens die tussen de lidstaten en Eurojust worden overgedragen. Kaderbesluit 2008/977/JBZ heeft geen invloed op de bepalingen betreffende gegevensbescherming in Besluit 2002/187/JBZ, waarin, gelet op de bijzondere aard, opdracht en bevoegdheden van Eurojust, een specifieke, meer gedetailleerde regeling voor dergelijke zaken is vastgesteld.
- (14)
Eurojust dient gemachtigd te zijn tot het verwerken van bepaalde persoonsgegevens betreffende personen die conform het nationale recht van de betrokken lidstaten verdacht worden van het plegen van of deelnemen aan een strafbaar feit dat onder de bevoegdheid van Eurojust valt of die veroordeeld zijn voor een dergelijk strafbaar feit. De machtiging van Eurojust tot verwerking van dergelijke persoonsgegevens dient zich onder meer uit te strekken tot telefoonnummers, e-mailadressen, gegevens uit kentekenregisters, op basis van het niet-gecodeerde gedeelte van het DNA vastgestelde DNA-profielen, foto's en vingerafdrukken. Daarnaast zou de machtiging zich kunnen uitstrekken tot verkeers- en locatiegegevens en de daarmee verband houdende gegevens die nodig zijn om de abonnee of gebruiker van een openbare elektronische communicatiedienst te identificeren, maar niet tot gegevens waaruit de inhoud van de communicatie kan worden opgemaakt. Het is niet de bedoeling dat Eurojust een geautomatiseerde vergelijking van DNA-profielen of vingerafdrukken verricht.
- (15)
Eurojust dient over de mogelijkheid te beschikken om, met het oog op de verwezenlijking van zijn doelstellingen, de termijnen voor het bewaren van persoonsgegevens te verruimen. Beslissingen dienaangaande dienen te worden genomen na zorgvuldige afweging van de specifieke noodzaak. Tot verruiming van de termijnen voor de verwerking van persoonsgegevens na het tijdstip waarop in alle lidstaten de geldende termijn voor verjaring van het recht van strafvordering is verstreken, mag alleen worden besloten in geval van een bijzondere noodzaak tot verlening van bijstand krachtens dit besluit.
- (16)
Het interne reglement van het gemeenschappelijk controleorgaan dient ertoe dit orgaan goed te doen functioneren.
- (17)
Met het oog op de verhoging van de operationele efficiëntie van Eurojust moet de overdracht van gegevens aan Eurojust worden verbeterd door te voorzien in duidelijke en beperkte verplichtingen voor de nationale autoriteiten.
- (18)
Eurojust dient de door de Raad gestelde prioriteiten, met name die op basis van de dreigingsevaluatie voor georganiseerde criminaliteit (OCTA), uit te voeren als vermeld in het Haagse programma(4).
- (19)
Eurojust moet bevoorrechte relaties met het Europees justitieel netwerk in stand houden gebaseerd op overleg en complementariteit. Dit besluit zal de respectieve rollen van Eurojust en het Europees justitieel netwerk en hun onderlinge relatie helpen verduidelijken en tegelijkertijd het specifieke karakter van het Europees justitieel netwerk in stand houden.
- (20)
Niets in dit besluit dient zodanig te worden uitgelegd dat het de autonomie van de secretariaten van de in dit besluit genoemde netwerken aantast wanneer zij zich van hun taak kwijten als personeel van Eurojust overeenkomstig het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen zoals opgenomen in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad(5).
- (21)
Ook de capaciteit van Eurojust om te werken met externe partners, zoals derde landen, de Europese Politiedienst (Europol), het Europees Fraudebestrijdingsbureau (OLAF), het gemeenschappelijk situatiecentrum van de Raad en het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (Frontex), moet worden uitgebreid.
- (22)
Er dient te worden voorzien in de mogelijkheid dat Eurojust verbindingsmagistraten detacheert in derde staten met het oog op het bereiken van soortgelijke doelen als die welke worden nagestreefd door de verbindingsmagistraten die door de lidstaten worden gedetacheerd uit hoofde van Gemeenschappelijk Optreden 96/277/JBZ van de Raad van 22 april 1996 inzake een kader voor de uitwisseling van verbindingsmagistraten ter verbetering van de justitiële samenwerking tussen de lidstaten van de Europese Unie(6).
- (23)
Dit besluit schept de mogelijkheid rekening te houden met het beginsel van toegang van het publiek tot officiële documenten,
BESLUIT: