Einde inhoudsopgave
Pensioenwet
Artikel 8 Bescherming deeltijder en jonge werknemer
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
03-06-2023, Stb. 2023, 216 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken: 36067)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-06-2023, Stb. 2023, 216 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken: 36067)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Ingeval een werkgever aan een of meer werknemers een aanbod doet tot het sluiten van een pensioenovereenkomst, mag deze werkgever het doen van een aanbod aan een andere werknemer niet achterwege laten vanwege het enkele feit dat die andere werknemer minder dan de volledige arbeidstijd werkt.
2.
Indien als voorwaarde voor het verwerven van pensioenaanspraken op basis van een pensioenovereenkomst het overstijgen van een minimumloongrens wordt gesteld, wordt voor de toepassing van die loongrens het loon van een werknemer die minder dan de volledige arbeidstijd werkzaam is, herleid naar het loon dat ingeval van een volledige arbeidstijd zou zijn verkregen.
3.
Bij de vaststelling van aanspraken op ouderdoms- en nabestaandenpensioen worden aan werknemers die minder dan de volledige arbeidstijd werkzaam zijn, pensioenaanspraken verleend naar evenredigheid van de pensioenaanspraken die ingeval van een volledige arbeidstijd zouden zijn verkregen.
4.
Bij de vaststelling van aanspraken op arbeidsongeschiktheidspensioen die aan de pensioenovereenkomst kunnen worden ontleend, is onderscheid op grond van het enkele feit van de omvang van de arbeidstijd niet toegestaan, met dien verstande dat bij de vaststelling van het arbeidsongeschiktheidspensioen rekening gehouden mag worden met een uitkering uit hoofde van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen voorzover die uitkering verband houdt met dezelfde dienstbetrekking.
5.
In geval een werkgever aan een of meer werknemers een aanbod doet tot het sluiten van een pensioenovereenkomst, mag deze werkgever het doen van een aanbod aan een andere werknemer niet achterwege laten vanwege het enkele feit dat die werknemer een bepaalde leeftijd nog niet heeft bereikt, tenzij:
- a.
de werknemer jonger is dan 18 jaar; of
- b.
het een ouderdomspensioen betreft dat uitsluitend voorziet in een uitkering tot het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, of tot het bereiken van de pensioenleeftijd voor het levenslange ouderdomspensioen.