Einde inhoudsopgave
Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies
Artikel 25 Mandaatverlening
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2022
- Bronpublicatie:
24-11-2021, Stb. 2021, 610 (uitgifte: 16-12-2021, kamerstukken: 35819)
- Inwerkingtreding
01-11-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-10-2022, Stb. 2022, 405 (uitgifte: 24-10-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie en Veiligheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Onze Minister van Financiën verleent aan de voorzitter van de Kamer van Koophandel mandaat om:
- a.
besluiten te nemen als bedoeld in artikel 10, eerste lid, en artikel 11, derde lid;
- b.
te beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten als bedoeld in onderdeel a, met dien verstande dat de persoon die betrokken is bij het besluitvormingsproces ten aanzien van het bezwaarschrift niet ook betrokken is geweest bij het besluitvormingsproces in eerste aanleg, voor zover het besluit waartegen het bezwaar zich richt, niet door hem in mandaat is genomen; en
- c.
in rechte op te treden en tegen rechterlijke uitspaken hoger beroep of cassatie in te stellen, dan wel af te zien van hoger beroep of cassatie.
2.
De voorzitter van de Kamer van Koophandel kan ten aanzien van de in het eerste lid aan hem gemandateerde bevoegdheden ondermandaat verlenen aan één of meer onder hem ressorterende werknemers van de beheerder.