Wet financiering decentrale overheden
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2009
- Bronpublicatie:
30-10-2008, Stb. 2008, 536 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken: 31360)
- Inwerkingtreding
01-01-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-12-2008, Stb. 2008, 537 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
Overheidsfinanciën / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
1.
Het renterisico op het begrotingstotaal van een openbaar lichaam overschrijdt de renterisiconorm niet.
2.
De toezichthouder geeft, indien door een openbaar lichaam niet wordt voldaan aan het eerste lid, het openbare lichaam een aanwijzing om maatregelen te nemen ten einde het renterisico op het begrotingstotaal te verminderen.
3.
Indien het openbare lichaam geen gehoor geeft aan de aanwijzing van de toezichthouder, bedoeld in het tweede lid, legt het openbare lichaam een plan om aan het eerste lid te voldoen ter goedkeuring voor aan de toezichthouder. Zolang dit plan niet is goedgekeurd dan wel indien blijkt dat het plan niet ten uitvoer wordt gelegd, kan de toezichthouder bepalen dat voor het aangaan van het begrotingstotaal voorafgaande toestemming van de toezichthouder is vereist.
4.
Het voorafgaand toezicht, bedoeld in het derde lid, vervalt zodra het in het derde lid bedoelde plan naar het oordeel van de toezichthouder voldoende ten uitvoer wordt gelegd.
5.
De toezichthouder kan ontheffing verlenen van de in het eerste lid genoemde verplichting. Aan de ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden en beperkingen gesteld.