Einde inhoudsopgave
Europees Verdrag inzake de internationale geldigheid van strafvonnissen
Artikel 56
Geldend
Geldend vanaf 26-07-1974
- Bronpublicatie:
28-05-1970, Trb. 1971, 137 (uitgifte: 11-08-1971, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
26-07-1974
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-10-1987, Trb. 1987, 162 (uitgifte: 01-01-1987, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
De Verdragsluitende Staten nemen de wettelijke maatregelen, die zij nodig achten om hun gerechten in staat te stellen bij het wijzen van een vonnis rekening te houden met een Europees strafvonnis, dat terzake van een ander strafbaar feit tevoren op tegenspraak is gewezen, zodat daaraan geheel of gedeeltelijk dezelfde gevolgen worden verbonden als die, welke zijn voorzien in hun wet voor op hun grondgebied gewezen vonnissen. Zij stellen de voorwaarden vast waaronder met een zodanig vonnis rekening wordt gehouden.