Einde inhoudsopgave
Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen
Artikel 9 [Bijstand in persoon]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
21-12-2022, Stb. 2022, 538 (uitgifte: 27-12-2022, kamerstukken: 36063)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2022, Stb. 2022, 538 (uitgifte: 27-12-2022, kamerstukken: 36063)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Inlichtingenuitwisseling en wederzijdse bijstand
1.
Onze Minister kan door de bevoegde autoriteit van een verzoekende staat worden verzocht, ter uitwisseling van inlichtingen in het kader van de wederzijdse bijstand, bedoeld in artikel 1, dat door de bevoegde autoriteit van die verzoekende staat gemachtigde ambtenaren overeenkomstig de door Nederland vastgestelde procedurele regelingen:
- a.
aanwezig zijn in de kantoren van de ambtenaren van de rijksbelastingdienst, dan wel van andere ambtenaren die belast zijn met de heffing van belastingen;
- b.
aanwezig zijn bij onderzoeken die in Nederland worden uitgevoerd;
- c.
deelnemen aan onderzoeken die in Nederland worden uitgevoerd, waar passend met gebruik van elektronische communicatiemiddelen.
Indien de verlangde inlichtingen vermeld staan in bescheiden waartoe de ambtenaren, bedoeld in onderdeel a, toegang hebben, ontvangen de ambtenaren van de bevoegde autoriteit van de verzoekende staat een afschrift van die bescheiden.
2.
Onze Minister reageert op een verzoek als bedoeld in het eerste lid binnen een termijn van zestig dagen na ontvangst van dat verzoek. Hij deelt de bevoegde autoriteit van de verzoekende staat de inwilliging van het verzoek of de gemotiveerde weigering ervan mee.
3.
Indien door de bevoegde autoriteit van de verzoekende staat gemachtigde ambtenaren deelnemen aan een onderzoek, al dan niet met gebruik van elektronische communicatiemiddelen, kunnen zij met inachtneming van de door Nederland vastgestelde procedurele regelingen personen ondervragen en bescheiden onderzoeken.
4.
Ambtenaren uit de verzoekende staat die in Nederland aanwezig zijn, dienen te allen tijde een schriftelijke opdracht te kunnen overleggen waaruit hun identiteit en hun officiële hoedanigheid blijkt.