Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2001/24/EG betreffende de sanering en de liquidatie van kredietinstellingen
Artikel 30 Nadelige rechtshandelingen
Geldend
Geldend vanaf 05-05-2001
- Bronpublicatie:
04-04-2001, PbEG 2001, L 125 (uitgifte: 05-05-2001, regelingnummer: 2001/24/EG)
- Inwerkingtreding
05-05-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-04-2001, PbEG 2001, L 125 (uitgifte: 05-05-2001, regelingnummer: 2001/24/EG)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Artikel 10 geldt niet met betrekking tot de regels betreffende nietigheid, vernietigbaarheid of niet-tegenwerpbaarheid van de voor het geheel van de schuldeisers nadelige rechtshandelingen, indien degene die voordeel heeft bij die rechtshandelingen het bewijs levert dat:
- —
de voor de gezamenlijke schuldeisers nadelige rechtshandeling onderworpen is aan het recht van een andere lidstaat dan de lidstaat van herkomst, en
- —
dat recht niet voorziet in de mogelijkheid om die rechtshandeling te bestrijden.
2.
Wanneer een door een rechterlijke instantie gelaste saneringsmaatregel voorschriften bevat inzake de nietigheid, vernietigbaarheid of niet-tegenwerpbaarheid van de voor het geheel van de schuldeisers nadelige rechtshandelingen die vóór het vaststellen van de maatregel zijn verricht, is artikel 3, lid 2, in de in lid 1 van het onderhavige artikel bedoelde gevallen niet van toepassing.