Einde inhoudsopgave
Erfgoedwet
Artikel 5.12 Informatiesysteem
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-02-2020, Stb. 2020, 172 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken: 34986)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Erfgoed, monumenten en archeologie
Ruimtelijk bestuursrecht / Monumentenzorg
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Onze Minister houdt een Centraal archeologisch informatiesysteem in stand waarin in ieder geval worden opgenomen:
- a.
het rijksmonumentenregister voor zover dat archeologische monumenten betreft;
- b.
de beslissingen op aanvragen om een omgevingsvergunning voor een rijksmonumentenactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet voor zover het archeologische monumenten betreft en de beslissingen op de aanvragen om vergunning als bedoeld in artikel 11, tweede lid, van de Monumentenwet 1988, zoals die wet luidde voor inwerkingtreding van deze wet;
- c.
het rapport, bedoeld in artikel 5.6, vierde lid; en
- d.
de meldingen, bedoeld in de artikelen 5.6, eerste en tweede lid, 5.10, eerste lid, en 5.11.
2.
Het Centraal archeologisch informatiesysteem kan door eenieder worden geraadpleegd.
3.
Het auteursrecht op de rapporten, bedoeld in artikel 5.6, vierde lid, en de daarin opgenomen werken is voorbehouden.
4.
Het auteursrecht en het databankenrecht, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Databankenwet, op het Centraal archeologisch informatiesysteem zijn voorbehouden.
5.
Voor de verstrekking van informatie uit het Centraal archeologisch informatiesysteem kunnen kosten in rekening worden gebracht, volgens door Onze Minister vast te stellen tarieven.