Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kroatië inzake sociale zekerheid
Artikel 46 Verhaal van onverschuldigde betalingen
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2000
- Bronpublicatie:
06-04-2000, Trb. 2000, 33 (uitgifte: 06-04-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-09-2000, Trb. 2000, 109 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
De Verdragsluitende Partijen erkennen elkaars definitieve administratieve of gerechtelijke besluiten inzake het verhaal van onverschuldigde betalingen die zijn genomen krachtens hun wetgeving, mits die besluiten wettelijk afdwingbaar zijn.
2.
De Verdragsluitende Partijen zullen elkaar behulpzaam zijn bij de uitvoering van besluiten als bedoeld in het eerste lid van dit artikel.
3.
Op verzoek van een bevoegd orgaan zal het andere orgaan gerechtelijke stappen ondernemen om de besluiten als bedoeld in het eerste lid van dit artikel uit te voeren overeenkomstig zijn eigen wetgeving. De kosten van deze gerechtelijke stappen worden vergoed door het verzoekende orgaan.
4.
Indien, bij het toekennen of herzien van uitkeringen wegens invaliditeit, ouderdom of overlijden ingevolge het Verdrag, het bevoegde orgaan van de ene Verdragsluitende Partij een uitkeringsgerechtigde een bedrag heeft betaald dat hoger is dan het bedrag waarop hij recht heeft, kan dat orgaan het bevoegde orgaan van de andere Partij dat verantwoordelijk is voor de betaling van overeenkomstige uitkeringen aan die gerechtigde verzoeken het te veel betaalde bedrag in mindering te brengen op de nog verschuldigde bedragen die het aan genoemde gerechtigde betaalt. Het laatstgenoemde orgaan draagt het in mindering gebrachte bedrag over aan het orgaan dat de vordering heeft. Wanneer het te veel betaalde bedrag niet in mindering kan worden gebracht op de nog verschuldigde bedragen is het in het vijfde lid van dit artikel bepaalde van toepassing.
5.
Wanneer het bevoegde orgaan van een Verdragsluitende Partij een uitkeringsgerechtigde een bedrag heeft betaald dat hoger is dan het bedrag waarop hij recht heeft, kan dat orgaan, onder de voorwaarden en binnen de grenzen neergelegd in de wetgeving die het uitvoert, het bevoegde orgaan van de andere Partij dat verantwoordelijk is voor de betaling van uitkeringen aan die gerechtigde verzoeken het te veel betaalde bedrag in mindering te brengen op de bedragen die het aan genoemde gerechtigde betaalt. Het laatstgenoemde orgaan past de mindering toe onder de voorwaarden en binnen de grenzen die voor een dergelijke compensatie in de wetgeving die het uitvoert zijn voorzien, alsof de te hoge bedragen door dit orgaan zelf waren betaald, en draagt het in mindering gebrachte bedrag over aan het orgaan dat de vordering heeft.