Einde inhoudsopgave
Wet hergebruik van overheidsinformatie
Artikel 2 Toepassingsbereik
Geldend
Geldend vanaf 19-06-2024
- Bronpublicatie:
05-06-2024, Stb. 2024, 164 (uitgifte: 18-06-2024, kamerstukken: 36382)
- Inwerkingtreding
19-06-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-06-2024, Stb. 2024, 164 (uitgifte: 18-06-2024, kamerstukken: 36382)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Openbaarheid van bestuur
Staatsrecht / Bestuur
1.
Met uitzondering van artikel 2a, is deze wet niet van toepassing op:
- a.
informatie die niet openbaar is op grond van de wet;
- b.
informatie waarvan een derde de rechthebbende is in de zin van de Auteurswet, de Wet op de naburige rechten of de Databankenwet;
- c.
informatie berustend bij een bibliotheek, museum of archief, waarvan een derde oorspronkelijk rechthebbende was in de zin van de Auteurswet, de Wet op de naburige rechten of de Databankenwet en waarvoor de beschermingstermijn nog niet is verstreken;
- d.
informatie berustend bij een publieke media-instelling als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Mediawet 2008, bij een onder de verantwoordelijkheid van een publieke media-instelling werkzame instelling of organisatie, of bij de NPO of de RPO als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van die wet;
- e.
informatie berustend bij onderwijsinstellingen, anders dan instellingen voor hoger onderwijs;
- f.
informatie berustend bij andere culturele instellingen dan bibliotheken, musea en archieven;
- g.
gedeelten van documenten die alleen logo’s, wapens of insignes bevatten;
- h.
persoonsgegevens in bij of krachtens de wet ingestelde registers voor zover deze openbaar toegankelijk zijn, tenzij het betreft persoonsgegevens in bij algemene maatregel van bestuur aangewezen registers, dan wel tenzij bij of krachtens de wet anders is bepaald;
- i.
informatie die betrekking heeft op openbare persoonsgegevens waarvan hergebruik onverenigbaar is met de doeleinden waarvoor ze zijn verkregen, anders dan persoonsgegevens als bedoeld in het vorige onderdeel;
- j.
documenten van overheidsondernemingen die:
- 1°
zijn geproduceerd buiten de context van de levering van diensten van algemeen belang; of
- 2°
verband houden met activiteiten die rechtstreeks blootstaan aan concurrentie en daarom op grond van artikel 34 van Richtlijn 2014/25/EU niet onder de aanbestedingsregels vallen.
2.
Het ontwerp van een krachtens het eerste lid, onderdeel h, vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt aan de beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan worden gedaan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken, tenzij binnen die termijn door of namens een der Kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend.
3.
Deze wet is alleen van toepassing op documenten van publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties voor zover het onderzoeksgegevens betreft die ingevolge artikel 5b beschikbaar kunnen worden gesteld.
4.
Hoofdstuk II is niet van toepassing op overheidsondernemingen en publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties.
5.
Voor de toepassing van deze wet worden met een publieke taak belaste instellingen die op grond van de Algemene wet bestuursrecht geen bestuursorgaan zijn, gelijk gesteld met een bestuursorgaan.
6.
Deze wet verplicht niet tot het voortzetten van de vervaardiging en opslag van documenten, enkel met het oog op hergebruik.