Einde inhoudsopgave
Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen
Artikel 44
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2002
- Bronpublicatie:
29-11-2001, Stb. 2001, 625 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken: 27665)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2001, Stb. 2001, 682 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het Landelijk instituut sociale verzekeringen liquideert vóór het tijdstip gelegen twee jaar na het tijdstip van aanvang van fase 1 van deze wet het vermogen van het FAOP.
2.
In verband met de uitvoering van het eerste lid gaan alle vermogensbestanddelen van het FAOP op het tijdstip van aanvang van fase 1 van deze wet over op het Landelijk instituut sociale verzekeringen.
3.
Het Landelijk instituut sociale verzekeringen beheert en administreert het vermogen dat op grond van het tweede lid is overgegaan in de vorm van een afzonderlijke rekening.
4.
Het Landelijk instituut sociale verzekeringen draagt vóór het tijdstip, gelegen een jaar na het tijdstip van aanvang van fase 1 van deze wet, een deel van het vermogen, bedoeld in het derde lid, over aan het Arbeidsongeschiktheidsfonds, bedoeld in artikel 72 van de WAO.
5.
Het in het vierde lid bedoelde deel van het vermogen bestaat uit:
- a.
een bedrag dat het resultaat is van een breuk, waarvan de teller wordt gevormd door het aanwezige vermogen van het Arbeidsongeschiktheidsfonds, bedoeld in artikel 72 van de WAO, vermenigvuldigd met de lasten van het FAOP, bedoeld in artikel 21a van de Wet FVP/ABP, en de noemer door de lasten van het Arbeidsongeschiktheidsfonds, bedoeld in artikel 76, derde lid, van de WAO, en
- b.
een bedrag ter dekking van de uitgaven op grond van artikel 42, eerste lid, met inbegrip van de uitvoeringskosten van het Landelijk instituut sociale verzekeringen ter zake van de toepassing van artikel 42, eerste lid.
6.
De toepassing van het vierde lid geldt de aldaar genoemde aanwezige vermogens en lasten op de dag voorafgaand aan het tijdstip van aanvang van fase 1 van deze wet.
7.
Onder ‘artikel 72 van de WAO’ en ‘artikel 76, derde lid, van de WAO’ in het vijfde lid, onderdeel a, genoemd, wordt verstaan de artikelen 72 en 76, derde lid, van de WAO zoals dat artikel en dat artikellid luidden op de dag voorafgaande aan het tijdstip van aanvang van fase 1 van deze wet.
8.
Bij algemene maatregel van bestuur op voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken, worden regels gesteld met betrekking tot het vierde en het vijfde lid.
9.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur op voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, worden regels gesteld met betrekking tot de liquidatie van het FAOP.
10.
Met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen treedt het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in de plaats van het Landelijk instituut sociale verzekeringen.