Einde inhoudsopgave
Zetelverdrag tussen het Internationaal Strafhof en het Gastland
Artikel 51 Beperking van de uitoefening van rechtsmacht door het Gastland
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2008
- Bronpublicatie:
07-06-2007, Trb. 2007, 125 (uitgifte: 17-07-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-03-2008, Trb. 2008, 31 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal strafrecht / Internationale tribunalen
1.
Het Gastland zal geen rechtsmacht uitoefenen of uitvoering geven aan een verzoek om bijstand of uitlevering van een andere Staat met betrekking tot personen die aan het Hof zijn overgedragen in overeenstemming met Deel 9 van het Statuut, personen die voorlopig in vrijheid zijn gesteld, of personen die vrijwillig of na een dagvaarding voor het Hof verschijnen, ten aanzien van handelen, nalaten of veroordelingen voorafgaand aan de overdracht, overbrenging of verschijning voor het Hof, uitgezonderd zoals vervat in het Statuut en het Reglement van proces- en bewijsvoering.
2.
Wanneer een in het eerste lid van dit artikel bedoelde persoon, om welke reden dan ook, zonder veroordeling in vrijheid wordt gesteld door het Hof, blijft dit lid van toepassing gedurende een tijdvak van vijftien opeenvolgende dagen na de datum van zijn of haar invrijheidstelling.