Einde inhoudsopgave
Wet hersteloperatie toeslagen
Artikel 2.11b Tegemoetkoming voor pleegkind of voormalig pleegkind van ex-partner van gedupeerde aanvrager kinderopvangtoeslag
Geldend
Geldend vanaf 15-07-2023
- Bronpublicatie:
12-07-2023, Stb. 2023, 264 (uitgifte: 14-07-2023, kamerstukken: 36352)
- Inwerkingtreding
15-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2023, Stb. 2023, 265 (uitgifte: 14-07-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Toeslagen (V)
Invordering / Uitstel van betaling, kwijtschelding en verjaring
1.
Aan een pleegkind van een ex-partner, die in aanmerking komt voor de compensatie, bedoeld in artikel 2.14h, eerste lid, en aan wie deze is toegekend, kent de Belastingdienst/Toeslagen ambtshalve een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2.12 toe, indien het pleegkind:
- a.
pleegkind van de ex-partner is geworden voordat de ex-partner de partner werd van de aanvrager van een kinderopvangtoeslag; en
- b.
op 1 januari 2005 jonger was dan 21 jaar of in de periode van 1 januari 2005 tot en met de dag voordat het toeslagpartnerschap met de aanvrager van een kinderopvangtoeslag begon, is geboren.
2.
Aan een voormalig pleegkind van een ex-partner, die in aanmerking komt voor de compensatie, bedoeld in artikel 2.14h, eerste lid, en aan wie deze is toegekend, kent de Belastingdienst/Toeslagen ambtshalve een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2.12 toe, indien het voormalige pleegkind:
- a.
pleegkind van de ex-partner is geworden voordat de ex-partner de partner werd van de aanvrager van een kinderopvangtoeslag;
- b.
onderdeel van het huishouden is geweest van de aanvrager van de kinderopvangtoeslag en diens ex-partner in de periode tussen de eerste beschikking van de Belastingdienst/Toeslagen waarvoor herstel wordt geboden door middel van de herstelmaatregel, tot en met de dag voordat het toeslagpartnerschap tussen de aanvrager van de kinderopvangtoeslag en diens ex-partner is geëindigd; en
- c.
op 1 januari 2005 jonger was dan 21 jaar of in de periode van 1 januari 2005 tot en met de dag voordat het toeslagpartnerschap met de aanvrager van een kinderopvangtoeslag begon, is geboren.
3.
Artikel 2.14g, zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.