Einde inhoudsopgave
Algemene landsverordening Landsbelastingen [Nederlandse Antillen]
Artikel 11 [Voorlopige aanslag]
Geldend
Geldend vanaf 18-08-2001
- Bronpublicatie:
03-08-2001, Publicatieblad Nederlandse Antillen 2001, 89 (uitgifte: 17-08-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
18-08-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-08-2001, Publicatieblad Nederlandse Antillen 2001, 89 (uitgifte: 17-08-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Algemeen
1.
De Inspecteur kan, ingeval de grootte van de belastingschuld eerst kan worden vastgesteld na afloop van het tijdvak waarover de belasting wordt geheven, na aanvang van het belastingtijdvak aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag opleggen tot het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld.
2.
De voorlopige aanslag blijft beperkt tot het bedrag waarmee de aanslag vermoedelijk de voorheffingen te boven zal gaan.
3.
Een voorlopige aanslag kan worden gevolgd door één of meer voorlopige aanslagen.
4.
De voorlopige aanslag en de voorheffingen worden verrekend met de aanslag.
5.
Een voorlopige aanslag kan de Inspecteur ook opleggen aan niet binnen de Nederlandse Antillen wonende of gevestigde belastingplichtigen, die slechts tijdelijk binnen de Nederlandse Antillen een bedrijf of beroep uitoefenen.
6.
Een voorlopige aanslag kan direct na het ontstaan van de belastingschuld of, bij tijdvak- belastingen, direct na aanvang van het tijdvak, altijd worden opgelegd tot het bedrag dat de Inspecteur juist voorkomt indien:
- a.
de belastingplichtige in staat van faillissement is verklaard of, indien sprake is van een lichaam, in geval van ontbinding, beëindiging of vereffening ervan;
- b.
de belastingplichtige de Nederlandse Antillen metterwoon wil verlaten dan wel zijn plaats van vestiging wil overbrengen naar een plaats buiten de Nederlandse Antillen;
- c.
het bedrijf van de belastingplichtige wordt gestaakt of aanmerkelijk wordt ingekrompen, of de belastingplichtige binnen de Nederlandse Antillen gelegen onroerende goederen of daarop gevestigde rechten vervreemdt.
7.
Bij ministeriële beschikking met algemene werking kunnen ten aanzien van het eerste lid nadere regels worden vastgesteld.