Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom inzake auteursrecht (WCT) (1996)
Artikel 7 Recht van Verhuur
Geldend
Geldend vanaf 06-03-2002
- Bronpublicatie:
20-12-1996, Trb. 1998, 247 (uitgifte: 06-11-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
06-03-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-02-2010, Trb. 2010, 59 (uitgifte: 23-02-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Auteursrecht
1.
Auteurs van
- i.
computerprogramma's
- ii.
cinematografische werken; en
- iii.
werken belichaamd in fonogrammen, zoals bepaald in de nationale wetgeving van de Verdragsluitende Partijen, hebben het uitsluitend recht om toestemming te verlenen tot de commerciële verhuur aan het publiek van oorspronkelijke werken of van kopieën daarvan.
2.
Het eerste lid is niet van toepassing
- i.
op computerprogramma's, wanneer het programma zelf niet het eigenlijke voorwerp van verhuur is; en
- ii.
op cinematografische werken, ten minste als de commerciële verhuur niet heeft geleid tot wijdverspreid kopiëren van dergelijke werken zodat het uitsluitend reproductierecht wezenlijk wordt aangetast.
3.
Niettegenstaande de bepalingen van het eerste lid kan een Verdragsluitende Partij waarin op 15 april 1994 een systeem van toepassing was dat voorzag in een recht op een billijke vergoeding voor auteurs voor de verhuur van kopieën van hun werk belichaamd in fonogrammen en nog steeds van kracht is, dat systeem handhaven mits de commerciële verhuur van werken belichaamd in fonogrammen geen aanleiding geeft tot wezenlijke aantasting van het uitsluitend reproductierecht van auteurs.