Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 904/2010 betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde
Artikel 37 ter
Geldend
Geldend vanaf 22-03-2020
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2025.
- Bronpublicatie:
18-02-2020, PbEU 2020, L 62 (uitgifte: 02-03-2020, regelingnummer: 2020/285)
- Inwerkingtreding
22-03-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-02-2020, PbEU 2020, L 62 (uitgifte: 02-03-2020, regelingnummer: 2020/285)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Administratieve bijstand en invordering
1.
De lidstaat waaraan de belastingplichtige een voorafgaande kennisgeving of een actualisering heeft gegeven overeenkomstig artikel 284, lid 3 of lid 4, van Richtlijn 2006/112/EG, berekent, alvorens de belastingplichtige te identificeren of het individuele identificatienummer aan de belastingplichtige te bevestigen, op basis van het totale bedrag van de door de belastingplichtige gerapporteerde leveringen en diensten, of de in artikel 284, lid 2, punt a), van de Richtlijn bedoelde jaaromzetdrempel in de Unie in het huidige of het vorige kalenderjaar niet is overschreden.
2.
De lidstaat die de vrijstelling verleent, bevestigt binnen 15 werkdagen na ontvangst van de in artikel 37 bis, lid 1, punt a), van deze richtlijn bedoelde informatie langs elektronische weg aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van vestiging van de belastingplichtige, op basis van het totale bedrag van de door de belastingplichtige gerapporteerde leveringen en diensten, dat de in artikel 284, lid 2, punt b), van Richtlijn 2006/112/EG bedoelde omzetdrempel in het lopende kalenderjaar niet is overschreden en dat aan de voorwaarden van artikel 288 bis, lid 1, van die richtlijn is voldaan.
3.
De lidstaat die de vrijstelling verleent, stelt de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van vestiging van de belastingplichtige onverwijld langs elektronische weg in kennis van de datum waarop de belastingplichtige niet langer in aanmerking komt voor de vrijstelling krachtens artikel 288 bis, lid 1, van Richtlijn 2006/112/EG.
4.
De Commissie stelt middels uitvoeringshandelingen de technische details vast van de in de leden 2 en 3 van dit artikel bedoelde kennisgevingen, waaronder een gemeenschappelijk elektronisch bericht. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 58, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.