Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2019/2162 betreffende de uitgifte van gedekte obligaties en het overheidstoezicht op gedekte obligaties en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG en 2014/59/EU
Artikel 31 Evaluaties en verslagen
Geldend
Geldend vanaf 07-01-2020
- Bronpublicatie:
27-11-2019, PbEU 2019, L 328 (uitgifte: 18-12-2019, regelingnummer: 2019/2162)
- Inwerkingtreding
07-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-11-2019, PbEU 2019, L 328 (uitgifte: 18-12-2019, regelingnummer: 2019/2162)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
1.
Uiterlijk op 8 juli 2024 dient de Commissie, in nauwe samenwerking met de EBA, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in, in voorkomend geval vergezeld van een wetgevingsvoorstel, over de vraag of en, zo ja, hoe een gelijkwaardigheidsregeling kan worden ingevoerd voor kredietinstellingen uit derde landen die gedekte obligaties uitgeven en voor beleggers in die gedekte obligaties, rekening houdende met internationale ontwikkelingen op het gebied van gedekte obligaties, met name de ontwikkeling van de wetgevingskaders in derde landen.
2.
Uiterlijk op 8 juli 2025 dient de Commissie, in nauwe samenwerking met de EBA, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de toepassing van deze richtlijn met betrekking tot het niveau van beleggersbescherming en over de ontwikkelingen met betrekking tot de uitgifte van gedekte obligaties in de Unie. Dat verslag bevat aanbevelingen voor verdere maatregelen. Het verslag bevat informatie over:
- a)
ontwikkelingen met betrekking tot het aantal toestemmingen om gedekte obligaties uit te geven;
- b)
ontwikkelingen met betrekking tot het aantal gedekte obligaties uitgegeven in overeenstemming met de bepalingen van nationaal recht tot omzetting van deze richtlijn en met artikel 129 van Verordening (EU) nr. 575/2013;
- c)
ontwikkelingen met betrekking tot voor de uitgifte van gedekte obligaties als zekerheid gestelde activa;
- d)
ontwikkelingen met betrekking tot het niveau van overcollateralisatie;
- e)
grensoverschrijdende beleggingen in gedekte obligaties, met inbegrip van inkomende beleggingen uit en uitgaande beleggingen naar derde landen;
- f)
ontwikkelingen met betrekking tot de uitgifte van gedekte obligaties met verlengbare-looptijdstructuren;
- g)
ontwikkelingen met betrekking tot de risico's en voordelen van het gebruik van blootstellingen als bedoeld in artikel 129, lid 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013;
- h)
het functioneren van markten voor gedekte obligaties.
3.
De lidstaten doen uiterlijk op 8 juli 2024 informatie over de in lid 2 opgesomde kwesties aan de Commissie toekomen.
4.
Uiterlijk op 8 juli 2024 stelt de Commissie, na een studie ter beoordeling van de risico's en voordelen van gedekte obligaties met verlengbare-looptijdstructuren te hebben laten uitvoeren en te hebben ontvangen en na raadpleging van de EBA, een verslag vast en dient zij die studie en dat verslag in bij het Europees Parlement en de Raad, in voorkomend geval vergezeld van een wetgevingsvoorstel.
5.
Uiterlijk op 8 juli 2024 stelt de Commissie een verslag op over de mogelijkheid om een instrument met dubbele zekerheidsrechten, ‘European secured notes’ genaamd, in te voeren. De Commissie dient dat verslag in bij het Europees Parlement en de Raad, in voorkomend geval vergezeld van een wetgevingsvoorstel.