Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 1272/2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006
Artikel 29 Vrijstelling van de voorschriften voor het etiketteren en verpakken
Geldend
Geldend vanaf 30-01-2020
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2020.
- Bronpublicatie:
29-10-2019, PbEU 2020, L 6 (uitgifte: 10-01-2020, regelingnummer: 2020/11)
- Inwerkingtreding
30-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-10-2019, PbEU 2020, L 6 (uitgifte: 10-01-2020, regelingnummer: 2020/11)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
Indien de vorm van de verpakking van die aard[lees: van dien aard] is, of de verpakking dermate klein is dat onmogelijk kan worden voldaan aan het bepaalde in artikel 31, namelijk dat het etiket gesteld is in de officiële talen van de lidstaat waar de stof of het mengsel in de handel wordt gebracht, dan worden de etiketteringselementen als bedoeld in de eerste alinea van artikel 17, lid 2, verstrekt overeenkomstig bijlage I, afdeling 1.5.1.
2.
Indien niet alle informatie op het etiket kan worden verstrekt zoals in lid 1 is vermeld, mag de informatie op het etiket worden beperkt overeenkomstig bijlage I, afdeling 1.5.2.
3.
Indien een gevaarlijke stof of mengsel als bedoeld in bijlage II, deel 5 aan het publiek wordt aangeboden zonder verpakking, gaat de stof of het mengsel vergezeld van een afschrift van de etiketteringselementen overeenkomstig artikel 17.
4.
Voor bepaalde als gevaarlijk voor het milieu ingedeelde mengsels kan in uitzonderingen op bepaalde voorschriften inzake milieuetikettering of in specifieke voorschriften met betrekking tot milieuetikettering worden voorzien overeenkomstig de in artikel 53 bedoelde procedure, indien een beperking van de milieueffecten kan worden aangetoond. Die uitzonderingen of specifieke voorschriften worden omschreven in bijlage II, deel 2.
4 bis.
Wanneer de indiener krachtens bijlage VIII een unieke formule-identificatie creëert, kan de indiener ervoor kiezen deze niet op te nemen in de aanvullende informatie op het etiket, maar op een andere manier te vermelden die op grond van deel A, punt 5, van die bijlage is toegestaan.
5.
De Commissie kan het Agentschap verzoeken nadere ontwerpen voor vrijstelling van de etiketterings- en verpakkingsvoorschriften op te stellen en die aan haar voor te leggen.