Einde inhoudsopgave
Douaneovereenkomst inzake het carnet A.T.A. voor de tijdelijke invoer van goederen (A.T.A.-Overeenkomst)
Artikel 20
Geldend
Geldend vanaf 30-07-1963
- Bronpublicatie:
06-12-1961, Trb. 1963, 128 (uitgifte: 29-08-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-07-1963
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-1961, Trb. 1963, 128 (uitgifte: 29-08-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Accijns en verbruiksbelastingen (V)
Internationaal belastingrecht (V)
Douane (V)
1.
Elke Staat die Lid is van de Raad en elke Staat die Lid is van de Verenigde Naties of van gespecialiseerde organisaties daarvan kan Partij bij deze Overeenkomst worden door:
- (a)
ondertekening zonder voorbehoud van bekrachtiging;
- (b)
nederlegging van een akte van bekrachtiging na ondertekening onder voorbehoud van bekrachtiging;
- (c)
toetreding.
2.
Deze Overeenkomst staat tot en met 31 juli 1962 te Brussel, ter plaatse waar de zetel van de Raad is gevestigd, open voor ondertekening door de Staten bedoeld in het eerste lid van dit artikel. Na deze datum kunnen zij tot deze Overeenkomst toetreden.
3.
In het geval voorzien in het eerste lid, onder (b), van dit artikel dient deze Overeenkomst door de Staten die haar hebben ondertekend te worden bekrachtigd in overeenstemming met hun grondwettelijke procedure.
4.
Elke Staat die geen Lid is van de in het eerste lid van dit artikel vermelde Organisaties, tot wie door de Secretaris-Generaal van de Raad op verzoek van de Overeenkomstsluitende Partijen een daartoe strekkende uitnodiging is gericht, kan Partij worden bij deze Overeenkomst door toetreding, nadat de Overeenkomst in werking is getreden.
5.
De akten van bekrachtiging of toetreding worden nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Raad.