Wet bankenbelasting
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 499 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36418)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 499 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36418)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Bankenbelasting (V)
1.
De belasting bedraagt de som van:
- a.
0,058% over het deel van het belastbare bedrag dat wordt verkregen door het belastbare bedrag te vermenigvuldigen met A/B, waarbij A is het totaalbedrag van de schulden op de in aanmerking te nemen balans of geconsolideerde balans die een looptijd hebben van minder dan één jaar en B het totaalbedrag van alle schulden op die balans of geconsolideerde balans, en
- b.
0,029% over het resterende deel van het belastbare bedrag.
2.
Indien de variabele beloning van ten minste één bestuurder van de belastingplichtige over het boekjaar waarover de balans of de geconsolideerde balans wordt opgemaakt meer bedraagt dan 25% van diens vaste beloning, worden de belastingpercentages, genoemd in het eerste lid, vermenigvuldigd met een factor 1,1.