Einde inhoudsopgave
Wet algemene regels herindeling
Artikel 1 [Begripsbepaling]
Geldend
Geldend vanaf 13-06-2018
- Bronpublicatie:
28-03-2018, Stb. 2018, 106 (uitgifte: 19-04-2018, kamerstukken: 34852)
- Inwerkingtreding
13-06-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-05-2018, Stb. 2018, 159 (uitgifte: 12-06-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
Omgevingsrecht / Ruimtelijke ordening
1.
In deze wet wordt verstaan onder:
- a.
Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken;
- b.
wijziging van de gemeentelijke indeling: instelling en opheffing van gemeenten alsmede wijziging van gemeentegrenzen die naar verwachting het inwonertal van ten minste één van de betrokken gemeenten met 10% of meer zal doen toe- of afnemen;
- c.
wijziging van de provinciale indeling: instelling en opheffing van provincies alsmede wijziging van provinciegrenzen waardoor naar verwachting 10% of meer van het aantal inwoners van een gemeente deel gaat uitmaken van een andere provincie en wijziging van provinciegrenzen met niet provinciaal ingedeeld gebied;
- d.
grenscorrectie: een wijziging van een gemeentegrens die naar verwachting het inwonertal van geen van de betrokken gemeenten met 10% of meer zal doen toe- of afnemen;
- e.
herindelingsadvies: een met toepassing van deze wet voorbereid advies aan Onze Minister over wijziging van gemeentelijke en van provinciale grenzen;
- f.
herindelingsregeling: een wet, een algemene maatregel van bestuur of een besluit als bedoeld in de artikelen 3 en 13 tot wijziging van de gemeentelijke of de provinciale indeling of tot grenscorrectie alsmede een samenstel van gelijkluidende besluiten als bedoeld in artikel 3 tot het vaststellen van een grenscorrectie;
- g.
herindelingsontwerp: een ontwerp van een herindelingsadvies of van een herindelingsregeling;
- h.
datum van herindeling: 1 januari volgend op de dag van inwerkingtreding van de herindelingsregeling;
- i.
overgaand dan wel toegevoegd gebied: gebied dat krachtens een herindelingsregeling deel gaat uitmaken onderscheidenlijk deel is gaan uitmaken van een andere gemeente of provincie.
2.
Voor de toepassing van het eerste lid, onder b, c en d, wordt uitgegaan van het aantal inwoners van het desbetreffende grondgebied op het tijdstip dat:
- a.
het herindelingsadvies dan wel de herindelingsregeling wordt vastgesteld, indien het betreft een herindelingsadvies dan wel herindelingsregeling waarvan de voorbereiding geschiedt door gemeenten of door een of meer provincies;
- b.
het voorstel voor een herindelingsregeling aan de ministerraad wordt gezonden, indien het betreft een herindelingsregeling waarvan de voorbereiding geschiedt door Onze Minister.