Einde inhoudsopgave
Wet op de loonbelasting 1964
Artikel 28b [Verzuimboete correctiebericht]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
18-12-2019, Stcrt. 2019, 66707 (uitgifte: 30-12-2019, regelingnummer: 2019-0000203012)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stcrt. 2019, 66707 (uitgifte: 30-12-2019, regelingnummer: 2019-0000203012)
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Inhoudingsplichtige
1.
Indien de inhoudingsplichtige de correcties, bedoeld in artikel 28a, tweede lid, niet, onjuist, onvolledig dan wel niet binnen de gestelde termijn heeft ingediend, vormt dit een verzuim terzake waarvan de inspecteur hem een bestuurlijke boete van ten hoogste € 1.377 kan opleggen.
2.
De bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete wegens het feit, bedoeld in artikel 28a, tweede lid, aanhef en onderdelen a en c, vervalt door verloop van vijf jaar na het einde van het kalenderjaar van de aangifte waarop het correctiebericht betrekking had moeten hebben.
3
De bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete wegens het feit, bedoeld in artikel 28a, tweede lid, aanhef en onderdelen b en d, vervalt door verloop van een jaar na het einde van de termijn waarbinnen het correctiebericht had moeten worden gedaan.
4.
Aan de inhoudingsplichtige die een onjuiste of onvolledige aangifte heeft gedaan en die alsnog de juiste of volledige gegevens door middel van een correctiebericht als bedoeld in artikel 28a verstrekt voordat hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de inspecteur met de onjuistheid of onvolledigheid bekend is of bekend zal worden, wordt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 67b, tweede lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen ter zake van het feit van de onjuiste of onvolledige aangifte niet opgelegd.
5
Artikel 67cb van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is van overeenkomstige toepassing op het in het eerste lid genoemde bedrag.