Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2022/2523 tot waarborging van een mondiaal minimumniveau van belastingheffing voor groepen van multinationale ondernemingen en omvangrijke binnenlandse groepen in de Unie
Artikel 39 Uiteindelijke moederentiteit onderworpen aan een aftrekbaardividendregime
Geldend
Geldend vanaf 23-12-2022
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2023, L 13).
- Bronpublicatie:
15-12-2022, PbEU 2022, L 328 (uitgifte: 22-12-2022, regelingnummer: 2022/2523)
- Inwerkingtreding
23-12-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2022, PbEU 2022, L 328 (uitgifte: 22-12-2022, regelingnummer: 2022/2523)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Tarief
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Europees belastingrecht / Algemeen
1.
Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
- a)
‘aftrekbaardividendregime’: een belastingregeling die één belastingniveau op het inkomen van de eigenaren van een entiteit toepast door van het inkomen van de entiteit de winst af te trekken of uit te sluiten die aan de eigenaren wordt uitgekeerd, dan wel door een coöperatie van belasting vrij te stellen;
- b)
‘aftrekbaar dividend’ met betrekking tot een groepsentiteit die aan een aftrekbaardividendregime is onderworpen:
- i)
een winstuitkering aan de houder van een eigendomsbelang in de groepsentiteit die krachtens de wetgeving van de jurisdictie waar die is gevestigd, van het belastbare inkomen van de groepsentiteit aftrekbaar is, of
- ii)
een ledendividend uitgekeerd aan een lid van een coöperatie, en
- c)
‘coöperatie’: een entiteit die namens haar leden gezamenlijk goederen of diensten afzet of aankoopt en die in de jurisdictie waarin zij is gevestigd, onderworpen is aan een belastingregeling die de fiscale neutraliteit garandeert ten aanzien van goederen of diensten die door haar leden via de coöperatie worden verkocht of aangekocht.
2.
Een uiteindelijke moederentiteit van een MNO-groep of van een omvangrijke binnenlandse groep die aan een aftrekbaardividendregime is onderworpen, vermindert voor het verslagjaar — tot maximaal nul — haar kwalificerende inkomen met het bedrag dat als aftrekbaar wordt uitgekeerd binnen twaalf maanden na het einde van het verslagjaar, op voorwaarde dat:
- a)
het dividend bij de ontvanger aan belasting onderworpen is voor een belastingtijdvak dat afloopt binnen twaalf maanden na het einde van het verslagjaar, tegen een nominaal tarief dat gelijk is aan of hoger dan het minimumbelastingtarief, of
- b)
redelijkerwijs mag worden verwacht dat het geaggregeerde bedrag van de aangepaste betrokken belastingen en de door de ontvanger over dat dividend voldane belastingen van de uiteindelijke moederentiteit gelijk is aan of hoger dan dat inkomen vermenigvuldigd met het minimumbelastingtarief.
3.
Een uiteindelijke moederentiteit van een MNO-groep of van een omvangrijke binnenlandse groep die aan een aftrekbaardividendregime is onderworpen, vermindert ook voor het verslagjaar — tot maximaal nul — haar kwalificerende inkomen met het bedrag dat zij als aftrekbaar dividend uitkeert binnen twaalf maanden na het einde van het verslagjaar, op voorwaarde dat de ontvanger:
- a)
een natuurlijke persoon is en het dividend als een ledendividend wordt ontvangen van een inkoopcoöperatie;
- b)
een natuurlijk persoon is die een fiscaal inwoner is van de jurisdictie waar de uiteindelijke moederentiteit is gevestigd en eigendomsbelangen houdt die een recht op 5 % of minder van de winst en activa van de uiteindelijke moederentiteit vertegenwoordigen, of
- c)
een overheidsentiteit, een internationale organisatie, een non-profitorganisatie of een pensioenfonds niet zijnde een pensioendiensten verlenende entiteit is, die fiscaal inwoner is van de jurisdictie waar de uiteindelijke moederentiteit is gevestigd.
4.
De betrokken belastingen van een uiteindelijke moederentiteit niet zijnde de belasting waarvoor het dividend aftrekbaar was, worden verminderd naar rato van het overeenkomstig de leden 2 en 3 verminderde bedrag aan kwalificerend inkomen.
5.
Wanneer de uiteindelijke moederentiteit een eigendomsbelang houdt in een andere groepsentiteit die aan een aftrekbaardividendregime is onderworpen — direct of via een keten van zulke groepsentiteiten— zijn de leden 2, 3 en 4 van toepassing op andere groepsentiteiten die gevestigd zijn in de jurisdictie van de uiteindelijke moederentiteit die aan het aftrekbaardividendregime is onderworpen, voor zover haar kwalificerende inkomen verder door de uiteindelijke moederentiteit wordt uitgekeerd aan ontvangers die aan de vereisten van de leden 2 en 3 voldoen.
6.
Voor de toepassing van lid 2 wordt een ledendividend dat wordt uitgekeerd door een inkoopcoöperatie, als belastbaar bij de ontvanger behandeld voor zover dat dividend aftrekbare lasten of kosten in de berekening van het belastbare inkomen of verlies van de ontvanger vermindert.