Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Slovenië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 13 Vermogenswinsten
Geldend
Geldend vanaf 31-12-2005
- Bronpublicatie:
30-06-2004, Trb. 2004, 252 (uitgifte: 14-10-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
31-12-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2005, Trb. 2005, 335 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Voordelen verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat uit de vervreemding van onroerende zaken zoals bedoeld in artikel 6 en die zijn gelegen in de andere Verdragsluitende Staat, mogen in die andere Staat worden belast.
2.
Voordelen verkregen uit de vervreemding van roerende goederen die deel uitmaken van het bedrijfsvermogen van een vaste inrichting die een onderneming van een Verdragsluitende Staat in de andere Verdragsluitende Staat heeft, waaronder begrepen voordelen verkregen uit de vervreemding van de vaste inrichting (alleen of met de gehele onderneming), mogen in die andere Staat worden belast.
3.
Voordelen uit de vervreemding van schepen of luchtvaartuigen die in internationaal verkeer worden geëxploiteerd of van roerende goederen die worden gebruikt bij de exploitatie van deze schepen of luchtvaartuigen, zijn slechts belastbaar in de Verdragsluitende Staat waar de plaats van de werkelijke leiding van de onderneming is gelegen. Indien de plaats van de werkelijke leiding van een zeescheepvaartonderneming zich aan boord van een schip bevindt wordt, voor de toepassing van dit lid, deze plaats geacht te zijn gelegen in de Verdragsluitende Staat waar de thuishaven van het schip is gelegen, of, indien er geen thuishaven is, in de Verdragsluitende Staat waarvan de exploitant van het schip inwoner is.
4.
Indien een inwoner van een Verdragsluitende Staat meer dan 25 percent van de aandelen of andere rechten bezit in een lichaam dat inwoner van de andere Verdragssluitende[lees: Verdragsluitende] Staat is (anders dan een lichaam waarvan de aandelen aan een effectenbeurs genoteerd zijn) en het vermogen van dat lichaam voor meer dan 75 percent bestaat uit onroerende zaken zoals bedoeld in artikel 6 die in die andere Staat zijn gelegen of uit rechten verbonden met deze onroerende zaken, mogen de voordelen uit de vervreemding van aandelen of andere rechten in dat lichaam verkregen door die inwoner, worden belast in die andere Staat. Voor de toepassing van dit lid worden onroerende zaken die verband houden met de industriële, commerciële of agrarische exploitatie van dat lichaam of voor het verrichten van zelfstandige arbeid buiten beschouwing gelaten. Het bepaalde in dit lid is niet van toepassing wanneer zulk een voordeel is verkregen als gevolg van een bedrijfsreorganisatie, fusie, splitsing of soortgelijke transactie.
5.
Voordelen verkregen uit de vervreemding van alle andere goederen dan die bedoeld in het eerste, tweede, derde en vierde lid zijn slechts belastbaar in de Verdragsluitende Staat waarvan de vervreemder inwoner is.
6.
Niettegenstaande de bepalingen van het vijfde lid, mag een Verdragsluitende Staat overeenkomstig zijn eigen wetgeving, de betekenis van de uitdrukking ‘vervreemding’ daaronder begrepen, belasting heffen over voordelen door een natuurlijke persoon die inwoner is van de andere Verdragssluitende[lees: Verdragsluitende] Staat verkregen uit de vervreemding van aandelen in, winstbewijzen van of schuldvorderingen op, een lichaam met een in aandelen verdeeld kapitaal, dat volgens de wetgeving van de eerstbedoelde Verdragsluitende Staat inwoner is van die Staat, alsmede uit de vervreemding van een gedeelte van de in die aandelen, winstbewijzen of schuldvorderingen besloten liggende rechten, indien die natuurlijke persoon -al dan niet tezamen met zijn echtgenoot- dan wel een van hun bloed- of aanverwanten in de rechte lijn onmiddellijk of middellijk ten minste vijf percent bezit van het geplaatste kapitaal van een soort van aandelen van dat lichaam. Deze bepaling vindt alleen toepassing wanneer de natuurlijke persoon die de voordelen verkrijgt in de loop van de laatste tien jaren voorafgaande aan het jaar waarin de voordelen worden verkregen inwoner van de eerstbedoelde Staat is geweest en mits op het tijdstip waarop hij inwoner werd van de andere Verdragsluitende Staat werd voldaan aan de eerdergenoemde voorwaarden ten aanzien van het aandelenbezit in de eerdergenoemde vennootschap.
In de gevallen waarin, ingevolge de nationale wetgeving van eerstbedoelde Staat, aan de natuurlijke persoon een aanslag is opgelegd ter zake van de bij diens emigratie uit eerstbedoelde Staat aangenomen vervreemding van de vorengenoemde aandelen, geldt het vorenstaande alleen voor zover er van deze aanslag nog een bedrag openstaat.