Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 wat officiële controles betreft
Artikel 44 Maatregelen in gevallen waarin niet aan de voorschriften voor het dierenwelzijn wordt voldaan
Geldend
Geldend vanaf 14-10-2021
- Bronpublicatie:
23-09-2021, PbEU 2021, L 339 (uitgifte: 24-09-2021, regelingnummer: 2021/1709)
- Inwerkingtreding
14-10-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2021, PbEU 2021, L 339 (uitgifte: 24-09-2021, regelingnummer: 2021/1709)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Dierenrecht / Veterinair recht
1.
In gevallen waarin niet wordt voldaan aan de in de artikelen 3 tot en met 9, 14 tot en met 17 en 19 van Verordening (EG) nr. 1099/2009 van de Raad vastgelegde voorschriften inzake de bescherming van dieren bij het slachten of doden, ziet de officiële dierenarts erop toe dat de exploitant van het levensmiddelenbedrijf onmiddellijk de nodige corrigerende maatregelen neemt om soortgelijke problemen in de toekomst te voorkomen.
2.
De officiële dierenarts volgt een evenredige en getrapte aanpak voor de handhaving, van het geven van instructies tot het vertragen of stilleggen van de productie, afhankelijk van de aard en de ernst van het probleem.
3.
Zo nodig stelt de officiële dierenarts andere bevoegde autoriteiten op de hoogte van problemen in verband met welzijn.
4.
Indien de officiële dierenarts vaststelt dat de in Verordening (EG) nr. 1/2005 vastgelegde voorschriften inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer niet worden nageleefd, neemt de officiële dierenarts de noodzakelijke maatregelen overeenkomstig de desbetreffende wetgeving van de Unie.
5.
Indien een officiële assistent de controles op het dierenwelzijn uitvoert en uit deze controles blijkt dat de voorschriften inzake de bescherming van dieren niet worden nageleefd, stelt de officiële assistent de officiële dierenarts daar onmiddellijk van op de hoogte. Indien noodzakelijk in spoedeisende gevallen, neemt de officiële assistent de nodige maatregelen als genoemd in de leden 1 tot en met 4 in afwachting van de komst van de officiële dierenarts.