Einde inhoudsopgave
Regeling interoperabiliteit en veiligheid spoorwegen
Artikel 30 Eisen veiligheidsbeheersysteem in geval van vrijstelling
Geldend
Geldend vanaf 16-06-2019
- Bronpublicatie:
04-06-2019, Stcrt. 2019, 30931 (uitgifte: 13-06-2019, regelingnummer: IENW/BSK- 2019/122715)
- Inwerkingtreding
16-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-06-2019, Stcrt. 2019, 30931 (uitgifte: 13-06-2019, regelingnummer: IENW/BSK- 2019/122715)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Railvervoer
1.
Met een veiligheidsbeheersysteem als bedoeld in de artikelen 16b, onderdeel c, van het Besluit bedrijfsvergunning veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen wordt gewaarborgd dat de spoorwegonderneming:
- a.
bij de normale bedrijfsvoering en bij voorzienbare afwijkingen daarvan geen schade berokkent en niemand onnodig hindert of in gevaar brengt en zorgt dat het spoorverkeer zo veel mogelijk zonder verstoringen kan worden afgewikkeld;
- b.
rekening houdt met de specifieke vereisten wanneer de normale bedrijfsvoering raakt aan die van andere gebruikers van de spoorweg of van de beheerder;
- c.
de aan de bedrijfsvoering verbonden risico's onderkent en passende maatregelen neemt om deze afdoende te beheersen en daarbij rekening houdt met de stand der techniek en de binnen de bedrijfstak aanwezige kennis en richtsnoeren voor een veilige bedrijfsvoering;
- d.
procedures vaststelt en hanteert voor het nemen van corrigerende maatregelen bij afwijkingen en incidenten, alsmede voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is voor het voortdurend verbeteren van het veiligheidsniveau met het oog op zich wijzigende omstandigheden en op grond van opgedane ervaringen;
- e.
ervoor zorg draagt dat werknemers met een veiligheidsfunctie met het oog op het behouden van hun geschiktheid, kennis en bekwaamheid voor de desbetreffende functie de noodzakelijke oefening hebben en de noodzakelijke nadere of aanvullende scholing, opleiding en studie volgen.
2.
Een veiligheidsbeheersysteem als bedoeld in het eerste lid, is passend voor de aard en de omvang van de spoorwegonderneming.
3.
Een veiligheidsbeheersysteem als bedoeld in het eerste lid, bevat:
- a.
een beschrijving van het beleid inzake spoorwegveiligheid waarbij voortdurend wordt gestreefd naar verbetering van de spoorwegveiligheid;
- b.
een registratie van ongevallen en incidenten;
- c.
een inventarisatie van de veiligheidsrisico’s die kunnen bestaan binnen de normale bedrijfsvoering en bij voorzienbare afwijkingen daarvan met daarbij een risicoanalyse die in overeenstemming is met de aard en de omvang van de bedrijfsactiviteiten en de aard van de risico’s;
- d.
een interne beoordeling van de werking van het veiligheidsbeheersysteem en van de non-conformiteiten, alsmede van de wijze waarop en wanneer corrigerende maatregelen bij non-conformiteiten zijn vastgesteld en geïmplementeerd; en
- e.
procedures voor het samenwerken met andere partijen aan spoorveiligheid en in het geval van calamiteiten.