Einde inhoudsopgave
Wetboek van Militair Strafrecht
Artikel 127
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1991
- Bronpublicatie:
14-06-1990, Stb. 1990, 368 (uitgifte: 01-01-1990, kamerstukken: 16813 )
- Inwerkingtreding
01-01-1991
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-1990, Stb. 1990, 583 (uitgifte: 01-01-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Militair strafrecht en strafprocesrecht
1.
Met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en negen maanden of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft de militair die opzettelijk een dienstbevel niet opvolgt, indien als rechtstreeks en onmiddellijk gevolg daarvan schade ontstaat aan of te duchten is voor de gereedheid tot het daadwerkelijk uitvoeren van een operatie of oefening van enig onderdeel van de krijgsmacht.
2.
Indien het feit is gepleegd in tijd van oorlog wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
3.
Het maximum der in het eerste en tweede lid gestelde gevangenisstraffen wordt verdubbeld:
- 1°
indien twee of meer personen gezamenlijk het misdrijf plegen;
- 2°
indien de schuldige tevens een andere militair tot het misdrijf aanzet;
- 3°
indien hij het misdrijf pleegt bij een gevecht met de vijand.