Einde inhoudsopgave
Gedragsregels advocatuur 2018
Officiële Toelichting
Geldend
Geldend vanaf 14-02-2018
- Bronpublicatie:
14-02-2018, Internet 2018, www.advocatenorde.nl (uitgifte: 14-02-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-02-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-02-2018, Internet 2018, www.advocatenorde.nl (uitgifte: 14-02-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Advocaat
Met deze regel komt tot uitdrukking dat de advocaat, zoals dat traditioneel is omschreven, fungeert als dominus litis. Deze regel hangt samen met de kernwaarde onafhankelijkheid, die hij ook tegenover zijn eigen cliënt moet betrachten. De advocaat heeft bij de behandeling van een zaak de leiding en dient vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid te bepalen met welke aanpak de belangen van zijn cliënt het best zijn gediend. Wel moet de advocaat zijn cliënt duidelijk maken hoe hij te werk wil gaan en waartoe hij wel of niet bereid is. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is overigens in het algemeen pas sprake als de advocaat bij de behandeling van de zaak kennelijk onjuist optreedt en adviseert en de belangen van de cliënt daardoor worden geschaad of kunnen worden geschaad (RvD Amsterdam 18 mei 2011, ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1665).
De advocaat heeft bij de behandeling van de zaak de leiding en aan hem komt een grote mate van vrijheid toe om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem passend voorkomt. Die beleidsvrijheid wordt, zoals uit de hiervoor aangehaalde tuchtrechtspraak voortvloeit, begrensd door de eisen die aan de advocaat als opdrachtnemer in de uitvoering van die opdracht mogen worden gesteld en die met zich brengen dat zijn werk dient te voldoen aan datgene wat binnen zijn beroepsgroep als professionele standaard geldt.
Onverminderd het bovenstaande brengt de verhouding tussen de advocaat, als opdrachtnemer, en de cliënt, als opdrachtgever, ingevolge artikel 7:402 lid 1 BW mee dat de advocaat in beginsel gehouden is de instructies van zijn cliënt op te volgen. Indien de advocaat uitvoering van een instructie van zijn cliënt onverenigbaar acht met de op hem rustende verantwoordelijkheid voor zijn eigen optreden, en dit verschil van mening niet in onderling overleg kan worden opgelost, dan kan de advocaat niet zijn eigen wil doorzetten, maar dient hij zich uit de zaak terug te trekken, aldus artikel 7:402 lid 2 BW en de daarmee strokende gedragsregel (HvD 15 juli 2013, nr. 6577, ECLI:NL:TAHVD:2013:175).
De advocaat kan niet verplicht worden een opdracht te aanvaarden of voort te zetten. Wel dient hij ervoor te waken dat de cliënt geen (procedurele of andere) schade ondervindt (RvD Amsterdam 20 maart 2012, Advocatenblad maart 2013, p. 47).
Een advocaat dient te voorkomen — anders handelt hij tuchtrechtelijk verwijtbaar — dat hij zich in de positie brengt dat er voor hem geen andere weg meer bestaat dan zich op een voor klagers ongelegen en ontijdig moment uit de procedure terug te trekken, bijvoorbeeld omdat hij peremptoir was komen te staan (zie HvD 21 januari 2013, nr. 5752, ECLI:NL:TAHVD:2013:82).
Het bijzondere karakter van de verhouding tussen advocaat en cliënt impliceert niet alleen omzichtigheid en duidelijkheid bij het beëindigen van de opdrachtrelatie. Zo duurt de geheimhoudingsplicht voort na beëindiging van de dienstverlening.
Bij uitvoering van de opdracht wordt aangesloten bij de uitvoering van de overeenkomst van opdracht. De opdrachtgever zal vaak dezelfde partij zijn als de cliënt. Dit hoeft echter niet altijd het geval te zijn. Een voorbeeld hiervan is de verzekeraar die optreedt als opdrachtgever en de verzekerde die moet worden gekwalificeerd als cliënt. Als opdrachtgever en cliënt niet dezelfde partij zijn, kan spanning ontstaan tussen de belangen van beide partijen. Bijvoorbeeld als de verzekerde geen dekking heeft onder de verzekering of fraude heeft gepleegd. De advocaat doet er goed aan voorafgaand duidelijk te maken wat hij doet indien een dergelijke spanning ontstaat. Een dergelijke afspraak laat onverlet de mogelijkheid dat de advocaat zich, ondanks deze voorafgaande afspraak, in de behandeling van de zaak voor beide partijen moet terugtrekken.