Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 102 [Voegen bij processtukken dan wel onverwijld doorzenden. Geheimhouding. Proces-verbaal]
Geldend
Geldend vanaf 17-02-1999
- Bronpublicatie:
28-01-1999, Stb. 1999, 30 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken: 25836)
- Inwerkingtreding
17-02-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-02-1999, Stb. 1999, 40 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
1.
Blijken de zaken na opening van belang voor het onderzoek, dan voegt de officier van justitie deze bij de processtukken of de stukken van overtuiging. In het tegenovergestelde geval worden zij, na door den officier van justitie te zijn gesloten, door dezen onverwijld naar hunne bestemming verzonden.
2.
Voorzoover het belang van het onderzoek dit niet verbiedt, worden zij vooraf door den officier van justitie gewaarmerkt.
3.
De inhoud van de door den officier van justitie geopende zaken, voorzoover deze niet bij de processtukken of de stukken van overtuiging zijn gevoegd, wordt door hem geheim gehouden. Gelijke geheimhouding wordt door hem en door den hulpofficier van justitie in acht genomen ter zake van de inlichtingen in artikel 100, tweede lid, vermeld, voor zoover daarvan niet uit de processtukken blijkt.
4.
Van de inbeslagneming, de teruggave, de opening en de verzending wordt door den officier van justitie proces-verbaal opgemaakt dat bij de processtukken wordt gevoegd.