Einde inhoudsopgave
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 9.13 Benoeming en ontslag decaan
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2000
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing met aanpassing van de spelling.
- Bronpublicatie:
10-01-2000, Stb. 2000, 11 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-01-2000, Stb. 2000, 11 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
1.
De decaan wordt benoemd, geschorst en ontslagen door het college van bestuur. De benoeming geschiedt voor een door het college van bestuur te bepalen termijn.
2.
Alvorens tot benoeming of ontslag van de decaan over te gaan, hoort het college van bestuur vertrouwelijk de faculteitsraad van de desbetreffende faculteit over het voorgenomen besluit tot benoeming of ontslag. Titel 2 van dit hoofdstuk is niet van toepassing. Het horen geschiedt op een zodanig tijdstip dat het van wezenlijke invloed kan zijn op de besluitvorming.
3.
De decaan kan om gewichtige redenen worden geschorst of tussentijds worden ontslagen.
4.
De decaan bezit de hoedanigheid van hoogleraar.
5.
Indien aan het hoofd van de faculteit een bestuur als bedoeld in artikel 9.12, tweede lid, staat, zijn het eerste, tweede en derde lid van overeenkomstige toepassing.
6.
Dit artikel is niet van toepassing, indien de rector magnificus tevens decaan is.