Einde inhoudsopgave
Wet scheepsuitrusting 2016
Artikel 21
Geldend
Geldend vanaf 18-09-2016
- Bronpublicatie:
23-08-2016, Stb. 2016, 322 (uitgifte: 09-09-2016, kamerstukken: 34425)
- Inwerkingtreding
18-09-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-08-2016, Stb. 2016, 322 (uitgifte: 09-09-2016, kamerstukken: 34425)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
1.
Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld betreffende het gebruik van scheepsuitrusting:
- a.
in uitzonderlijke gevallen van technische innovatie;
- b.
ten behoeve van beproeving of ter beoordeling van de scheepsuitrusting;
- c.
in uitzonderlijke omstandigheden indien scheepsuitrusting wordt vervangen aan boord van een schip dat zich in een haven buiten de Europese Unie bevindt en het vanuit het oogpunt van tijd en kosten redelijkerwijs niet uitvoerbaar is om scheepsuitrusting die is voorzien van een stuurwielmarkering aan boord te plaatsten, en
- d.
in uitzonderlijke omstandigheden indien het aantoonbaar is dat specifieke scheepsuitrusting die is voorzien van een stuurwielmarkering niet in de handel verkrijgbaar is.
2.
In afwijking van artikel 3 behoeft scheepsuitrusting, bedoeld in het eerste lid, niet te voldoen aan de vereisten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, en mag die uitrusting zonder stuurwielmarkering in de handel worden gebracht, mits die uitrusting voldoet aan de eisen opgenomen krachtens het eerste lid.