Einde inhoudsopgave
Regeling aanvraag- en veilingprocedure kavels B27 en B31
Artikel 21
Geldend
Geldend vanaf 13-09-2016
- Bronpublicatie:
06-09-2016, Stcrt. 2016, 47758 (uitgifte: 12-09-2016, regelingnummer: WJZ/16132638)
- Inwerkingtreding
13-09-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-09-2016, Stcrt. 2016, 47758 (uitgifte: 12-09-2016, regelingnummer: WJZ/16132638)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
1.
De minister kan de veiling opschorten indien zich naar zijn oordeel bijzondere omstandigheden voordoen buiten de beïnvloedingssfeer van de minister of de deelnemers of indien technische problemen optreden waardoor de veiling tijdelijk geen doorgang kan vinden. Een bijzondere omstandigheid of technisch probleem wordt door een deelnemer onverwijld maar uiterlijk binnen 10 minuten na afloop van een biedronde of verlengde biedronde per telefoon gemeld aan de minister.
2.
Indien de technische problemen optreden bij een deelnemer, kan de minister verlangen dat zijn biedingen worden uitgebracht door middel van een computer die de minister ter beschikking stelt op een door hem te bepalen locatie.
3.
Indien de veiling wordt opgeschort, kan de minister ten aanzien van de biedronde of verlengde biedronde waarin de bijzondere omstandigheden of technische problemen zijn opgetreden besluiten dat:
- a.
alle biedingen uitgebracht in die ronde vervallen, tenzij alle nog actieve deelnemers reeds een bod in die ronde hebben uitgebracht;
- b.
die biedronde ongeldig wordt verklaard en opnieuw moet worden gehouden.