Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 2157/2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE)
Artikel 43 [Bestuursorganen]
Geldend
Geldend vanaf 08-10-2004
- Bronpublicatie:
08-10-2001, PbEG 2001, L 294 (uitgifte: 10-11-2001, regelingnummer: 2157/2001)
- Inwerkingtreding
08-10-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-10-2001, PbEG 2001, L 294 (uitgifte: 10-11-2001, regelingnummer: 2157/2001)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
1.
Het bestuursorgaan bestuurt de SE. Een lidstaat kan voorschrijven dat een lid of leden van het bestuursorgaan onder eigen verantwoordelijkheid belast is of zijn met de dagelijkse leiding, onder dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor naamloze vennootschappen met statutaire zetel op het grondgebied van die lidstaat.
2.
Het aantal leden van het bestuursorgaan, of de regels voor de vaststelling van dat aantal, worden bepaald in de statuten van de SE. Een lidstaat kan evenwel een minimumaantal en, in voorkomend geval, een maximumaantal leden voorschrijven.
Dit orgaan moet echter ten minste uit drie leden bestaan wanneer de medezeggenschap van de werknemers in de SE overeenkomstig Richtlijn 2001/86/EG is geregeld.
3.
Het lid of de leden van het bestuursorgaan wordt of worden door de algemene vergadering benoemd. De leden van het eerste bestuursorgaan kunnen echter in de statuten worden aangewezen. Deze bepalingen gelden onverminderd artikel 47, lid 4, of enige regelingen met betrekking tot de rol van de werknemers die worden vastgesteld op grond van Richtlijn 2001/86/EG.
4.
Wanneer er in een lidstaat niet voorzien is in een monistisch stelsel voor naamloze vennootschappen met statutaire zetel op zijn grondgebied, kan die lidstaat passende maatregelen met betrekking tot SE's vaststellen.