Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2013/32/EU gemeenschappelijke procedures toekenning en intrekking internationale bescherming (herschikking)
Artikel 21 Voorwaarden voor het aanbieden van kosteloze juridische en procedurele informatie en van kosteloze rechtsbijstand en vertegenwoordiging
Geldend
Geldend van 19-07-2013 tot 12-06-2026
- Bronpublicatie:
26-06-2013, PbEU 2013, L 180 (uitgifte: 29-06-2013, regelingnummer: 2013/32/EU)
- Inwerkingtreding
19-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2013, PbEU 2013, L 180 (uitgifte: 29-06-2013, regelingnummer: 2013/32/EU)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Vreemdelingenrecht / Algemeen
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
De lidstaten kunnen bepalen dat de in artikel 19 bedoelde kosteloze juridische en procedurele informatie wordt aangeboden door niet-gouvernementele organisaties of beroepsbeoefenaars in dienst van de overheid of gespecialiseerde overheidsdiensten.
De in artikel 20 bedoelde kosteloze rechtsbijstand en vertegenwoordiging wordt aangeboden door personen die daartoe door het nationale recht zijn erkend of toegelaten.
2.
De lidstaten kunnen bepalen dat de in artikel 19 bedoelde kosteloze juridische en procedurele informatie en de in artikel 20 bedoelde kosteloze rechtsbijstand en vertegenwoordiging worden aangeboden:
- a)
uitsluitend aan diegenen die niet over voldoende middelen beschikken; en/of
- b)
uitsluitend door de diensten van juridische adviseurs of andere raadslieden die door het nationale recht uitdrukkelijk zijn aangewezen om verzoekers bij te staan en te vertegenwoordigen.
De lidstaten kunnen bepalen dat de in artikel 20 bedoelde kosteloze rechtsbijstand en vertegenwoordiging uitsluitend wordt aangeboden in beroepsprocedures overeenkomstig hoofdstuk V voor een rechterlijke instantie in eerste aanleg en niet in verder beroep of bezwaar waarin het nationale recht voorziet, waaronder een nieuwe behandeling of herziening van een beroep.
De lidstaten kunnen ook bepalen dat de in artikel 20 bedoelde kosteloze rechtsbijstand en vertegenwoordiging niet wordt aangeboden aan verzoekers die niet langer op hun grondgebied aanwezig zijn op grond van artikel 41, lid 2, onder c).
3.
De lidstaten kunnen voorschriften vaststellen betreffende het indienen en behandelen van verzoeken om de in artikel 19 bedoelde kosteloze juridische en procedurele informatie en de in artikel 20 bedoelde kosteloze rechtsbijstand en vertegenwoordiging.
4.
De lidstaten kunnen voorts:
- a)
financiële en/of tijdslimieten instellen ten aanzien van de in artikel 19 bedoelde kosteloze juridische en procedurele informatie en van de in artikel 20 bedoelde kosteloze rechtsbijstand en vertegenwoordiging, mits die limieten de beschikbaarheid van juridische en procedurele informatie en van de kosteloze rechtsbijstand en vertegenwoordiging niet willekeurig beperken;
- b)
bepalen dat de behandeling, wat de honoraria en andere kosten betreft, niet gunstiger mag zijn dan de in het algemeen aan hun ingezetenen verleende behandeling in aangelegenheden die verband houden met rechtsbijstand.
5.
De lidstaten kunnen om gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de betaalde kosten verzoeken wanneer de financiële situatie van de verzoeker aanzienlijk is verbeterd of indien de beslissing om die kosten te betalen is genomen op basis van door de verzoeker verstrekte onjuiste informatie.