Einde inhoudsopgave
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 18.95 Overgangsbepaling instellingscollegegeld
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2021
- Bronpublicatie:
07-04-2021, Stb. 2021, 263 (uitgifte: 07-06-2021, kamerstukken: 35582)
- Inwerkingtreding
01-09-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-2021, Stb. 2021, 325 (uitgifte: 09-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
1.
Op een student als bedoeld in artikel 7.46, vierde lid, die een opleiding, waarvoor hij stond ingeschreven in het studiejaar waarin artikel V van de Wet taal en toegankelijkheid in werking trad en waarvoor hij instellingscollegegeld was verschuldigd, onafgebroken voortzet, blijft artikel 7.46, zoals dit luidde onmiddellijk voor inwerkingtreding van artikel V van de Wet taal en toegankelijkheid, van toepassing.
2.
Op een student als bedoeld in artikel 7.46a, vierde lid, die in het studiejaar waarin artikel V van de Wet taal en toegankelijkheid in werking trad, stond ingeschreven voor een of meer onderwijseenheden van een opleiding waarvoor hij instellingscollegegeld was verschuldigd, en die ook na dit studiejaar onderwijseenheden van deze opleiding volgt, blijft artikel 7.45b zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel V van de Wet taal en toegankelijkheid van toepassing, mits dit onderwijs wordt gevolgd in aaneengesloten studiejaren.