Einde inhoudsopgave
Regeling radarinstallaties en bochtaanwijzers 1995
Artikel 3 Bijzondere bepalingen voor aangewezen vaarwegen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
30-10-2023, Stcrt. 2023, 30676 (uitgifte: 15-11-2023, regelingnummer: IENW/BSK-2023/311093)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-10-2023, Stcrt. 2023, 30676 (uitgifte: 15-11-2023, regelingnummer: IENW/BSK-2023/311093)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
De vaarwegen, bedoeld in artikel 4.06, derdeen vierde lid, van het Binnenvaartpolitiereglement, zijn:
- a.
de Waddenzee;
- b.
de havens van Termunten, van Delfzijl, van Hefshuizen (Eemshaven) en van Scheveningen;
- c.
het Noordzeekanaal, met inbegrip van zijkanaal G tot aan de Zaansluizen, het IJ en de vaarwegen ten westen van de Noordzeesluizen te IJmuiden;
- d.
het IJsselmeer, met inbegrip van het Markermeer en het IJmeer en met uitzondering van de Gouwzee;
- e.
de Maasmond, de Nieuwe Waterweg, de Nieuwe Maas, het Beerkanaal, het Calandkanaal en het Yangtzekanaal;
- f.
de Noord, de Oude Maas, de Dordtsche Kil en de daarop aansluitende vaarweg naar het Industrie- en Havenschap Moerdijk;
- g.
de Oosterschelde;
- h.
het Kanaal door Zuid-Beveland;
- i.
de havens die met de Westerschelde in open verbinding staan.
2.
Onder de bij het eerste lid vermelde vaarwegen zijn begrepen de daaraan gelegen havens met de tot die havens toegang gevende vaarwegen.
3.
Op de bij het eerste lid vermelde vaarwegen, respectievelijk op het Kanaal van Gent naar Terneuzen, met inbegrip van de buitenvoorhavens te Terneuzen, is de in dat lid, respectievelijk in artikel 19, zesde lid, van het Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen, bedoelde radarinstallatie:
- a.
voor elk schip: een radarinstallatie van een type als bedoeld in artikel 2, tweede lid, of
- b.
voor een zeeschip: een radarinstallatie van een type, dat door de Minister van Infrastructuur en Milieu is goedgekeurd:
- 1e.
volgens de keuringseisen voor radarinstallaties voor de zeevaart gesteld ingevolge artikel 95a van het Schepenbesluit 1965;
- 2e.
volgens de keuringseisen voor radarinstallaties, zoals vermeld in de door de Internationale Maritieme Organisatie aangenomen resoluties A.222 (VII) van 12 oktober 1971, A.278 (VIII) van 20 november 1973, A.422 (XI) van 14 januari 1980, A.477 (XII) van 19 november 1981 en A.574 (XIV) van 20 januari 1986.
4.
Op de in het eerste lid vermelde vaarwegen en op het Kanaal van Gent naar Terneuzen, met inbegrip van de buitenvoorhavens te Terneuzen, mogen zeeschepen in plaats van met een bochtaanwijzer zoals bedoeld in artikel 2, derde lid, zijn uitgerust met een ander daartoe bruikbaar middel.
5.
Met een zeeschip worden gelijkgesteld een reddingsvaartuig, een vissersschip en een klein schip dat niet wordt gebezigd voor het bedrijfsmatig vervoer van goederen of personen, zomede een door de Minister van Infrastructuur en Milieu aangewezen schip.
6.
Met een klein schip dat niet wordt gebezigd voor het bedrijfsmatig vervoer van goederen of personen worden gelijkgesteld een reddingsvaartuig en een vissersschip, zomede een door de Minister van Infrastructuur en Milieu aangewezen schip.