Einde inhoudsopgave
Voorstel van wet houdende wijziging van verschillende wetten in verband met de hervorming van het ontslagrecht, wijziging van de rechtspositie van flexwerkers en wijziging van verschillende wetten in verband met het aanpassen van de Werkloosheidswet, het verruimen van de openstelling van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen en de beperking van de toegang tot de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Wet werk en zekerheid)
Artikel XXII
Geldend
Geldend vanaf 18-02-2014
- Bronpublicatie:
18-02-2014, Kamerstukken 2014, 33818 (uitgifte: 18-02-2014, kamerstukken: 33818-A)
- Inwerkingtreding
18-02-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-02-2014, Kamerstukken 2014, 33818 (uitgifte: 18-02-2014, kamerstukken: 33818-A)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Veiligheid en Justitie
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Ambtenarenrecht / Ontslag
Ambtenarenrecht (V)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
1.
Het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 alsmede artikel 665 en afdeling 9 van Boek 7, titel 10 van het Burgerlijk Wetboek, zoals deze luidden de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen[lees: artikel] I, onderdeel O, van deze wet, blijven van toepassing:
- a.
op een verzoek om toestemming voor opzegging van de arbeidsovereenkomst gedaan voor dat tijdstip en een opzegging gedaan na dat tijdstip op grond van een verzoek om toestemming van de arbeidsovereenkomst gedaan voor dat tijdstip en op de gedingen die daarop betrekking hebben;
- b.
op een opzegging van de arbeidsovereenkomst gedaan voor dat tijdstip en op de gedingen die daarop betrekking hebben; en
- c.
op een geding dat is aangevangen voor dat tijdstip.
2.
De Wet melding collectief ontslag, zoals deze luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel IV deze wet, blijft van toepassing op verzoeken om toestemming voor opzegging van een arbeidsovereenkomst alsmede op opzeggingen die hebben plaatsgevonden voor dat tijdstip.
3.
De artikelen 8 van de Algemene wet gelijke behandeling, 9 van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte, 11 van de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid en 1b, vijfde lid, van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen, zoals die luidden voor het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen XI, XII, XIII en XIV van deze wet, blijven van toepassing op een beëindiging van een arbeidsverhouding voor dat tijdstip.
4.
Artikel 104 van de Pensioenwet en, vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel D, van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen, artikel 108 van de Pensioenwet, zoals deze luidden voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel XIX van deze wet, blijven van toepassing indien de toestemming van de kantonrechter is gevraagd voor dat tijdstip.
5.
Indien op grond van artikel 6, derde lid, van de Wet sociale werkvoorziening zoals dit luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel IX van deze wet, voor dat tijdstip advies aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen is gevraagd, blijven het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 alsmede afdeling 9 van Boek 7, titel 10 van het Burgerlijk Wetboek, zoals deze luidden voor dat tijdstip van inwerkingtreding, van toepassing op het advies en de opzegging en de daarop betrekking hebbende gedingen.
6.
Vergoedingen die de werkgever na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet verschuldigd is op grond van tussen de werkgever en de werknemer of verenigingen van werknemers voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet gemaakte afspraken, kunnen onder bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen voorwaarden tijdelijk in mindering worden gebracht op de op grond van de artikelen 673 en 673a verschuldigde vergoeding.