Richtlijn 2004/82/EG betreffende de verplichting voor vervoerders om passagiersgegevens door te geven
Artikel 6 Verwerking van gegevens
Geldend
Geldend vanaf 05-09-2004
- Bronpublicatie:
29-04-2004, PbEU 2004, L 261 (uitgifte: 06-08-2004, regelingnummer: 2004/82/EG)
- Inwerkingtreding
05-09-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-04-2004, PbEU 2004, L 261 (uitgifte: 06-08-2004, regelingnummer: 2004/82/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De in artikel 3, lid 1, bedoelde persoonsgegevens worden verstrekt aan de autoriteiten die belast zijn met de controle van personen aan de buitengrenzen via welke de passagier het grondgebied van een lidstaat zal binnenkomen, zulks om de uitvoering van deze controle te vergemakkelijken met als doel de illegale immigratie doeltreffender te bestrijden.
De lidstaten zorgen ervoor dat deze gegevens door de vervoerders worden verzameld en langs elektronische weg of, wanneer dat middel niet voorhanden is, op enige andere geschikte wijze, worden verstrekt aan de autoriteiten die belast zijn met de grenscontroles aan de erkende doorlaatpost via welke de passagier het grondgebied van een lidstaat zal binnenkomen. De autoriteiten die belast zijn met de controle van de personen die de buitengrenzen overschrijden, bewaren de gegevens in een tijdelijk bestand.
Nadat de passagiers het grondgebied zijn binnengekomen, vernietigen deze autoriteiten de gegevens binnen 24 uur na de toezending ervan, tenzij deze later nodig zijn voor de uitoefening van de wettelijke taken van de autoriteiten die belast zijn met de controle van personen aan de buitengrenzen, overeenkomstig het nationale recht en de in Richtlijn 95/46/EG vervatte bepalingen inzake gegevensbescherming.
De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de vervoerders te verplichten binnen 24 uur na aankomst van het vervoermiddel overeenkomstig artikel 3, lid 1, de in het kader van deze richtlijn door hen verzamelde en aan de grensautoriteiten verstrekte persoonsgegevens te vernietigen.
Overeenkomstig hun nationale recht en de in Richtlijn 95/46/EG vervatte bepalingen inzake gegevensbescherming kunnen de lidstaten de in artikel 3, lid 1, bedoelde persoonsgegevens ook voor wetshandhavingsdoeleinden gebruiken.
2.
De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de vervoerders te verplichten aan de passagiers informatie te verstrekken overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG. Daaronder valt ook de informatie als bedoeld in artikel 10, onder c), en artikel 11, lid 1, onder c), van Richtlijn 95/46/EG.