Einde inhoudsopgave
Wet op de vennootschapsbelasting 1969
Artikel 12ae
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Redactionele toelichting
Vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 01-01-2021.
- Bronpublicatie:
09-12-2020, Stb. 2020, 542 (uitgifte: 23-12-2020, kamerstukken: 35573)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-12-2020, Stb. 2020, 542 (uitgifte: 23-12-2020, kamerstukken: 35573)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Vennootschapsbelasting / Algemeen
1.
Indien een binnenlandse belastingplichtige tevens door een andere staat als fiscaal inwoner van die staat wordt aangemerkt, wordt geen aftrek van vergoedingen, betalingen, lasten of verliezen toegestaan voor zover dit een aftrek betreft voor vergoedingen, betalingen, lasten, onderscheidenlijk verliezen, die tevens wordt toegestaan door die andere staat en die aftrek niet wordt afgezet tegen dubbel in aanmerking genomen inkomen.
2
Indien de andere staat, bedoeld in het eerste lid, een lidstaat van de Europese Unie is en met die staat een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting is gesloten, wordt de aftrek niet geweigerd indien de binnenlandse belastingplichtige voor de toepassing van een met die lidstaat gesloten verdrag ter voorkoming van dubbele belasting geen fiscaal inwoner is van die lidstaat.
3
Indien de aftrek, voordat deze wordt afgezet tegen dubbel in aanmerking genomen inkomen als bedoeld in het eerste lid (totale aftrek), hoger is dan het bedrag dat dubbel in aanmerking genomen inkomen is en de totale aftrek bestaat uit rentelasten ter zake van geldleningen als bedoeld in artikel 15b of renten ter zake van geldleningen als bedoeld in artikel 15bd (renteaftrek) en overige vergoedingen, betalingen, veronderstelde betalingen, lasten of verliezen (overige aftrek), worden de renteaftrek en de overige aftrek naar evenredigheid van de totale aftrek afgezet tegen dat bedrag.