Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 111/2005 houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren
Artikel 30 ter
Geldend
Geldend vanaf 30-12-2013
- Bronpublicatie:
20-11-2013, PbEU 2013, L 330 (uitgifte: 10-12-2013, regelingnummer: 1259/2013)
- Inwerkingtreding
30-12-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-11-2013, PbEU 2013, L 330 (uitgifte: 10-12-2013, regelingnummer: 1259/2013)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
2.
De in artikel 6, lid 1, derde alinea, artikel 7, lid 1, derde alinea, artikel 8, lid 2, artikel 9, lid 2, tweede alinea, artikel 10, lid 5, artikel 11, leden 1 en 3, artikel 19, artikel 30 bis en artikel 32, lid 2, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een periode van vijf jaar die ingaat op 30 december 2013. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de periode van vijf jaar een verslag over de bevoegdheidsdelegatie op. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van een termijn tegen deze verlenging verzet.
3.
Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 6, lid 1, derde alinea, artikel 7, lid 1, derde alinea, artikel 8, lid 2, artikel 9, lid 2, tweede alinea, artikel 10, lid 5, artikel 11, leden 1 en 3, artikel 19, artikel 30 bis en artikel 32, lid 2, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4.
Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en aan de Raad.
5.
Een overeenkomstig artikel 6, lid 1, derde alinea, artikel 7, lid 1, derde alinea, artikel 8, lid 2, artikel 9, lid 2, tweede alinea, artikel 10, lid 5, artikel 11, leden 1 en 3, artikel 19, artikel 30 bis, artikel 32, lid 2, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling daartegen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die termijn de Commissie heeft meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of van de Raad met twee maanden verlengd.