Einde inhoudsopgave
Wet BDU verkeer en vervoer
Artikel 11
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
17-12-2014, Stb. 2014, 557 (uitgifte: 24-12-2014, kamerstukken: 33659)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2014, Stb. 2014, 558 (uitgifte: 24-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Rijksfinanciën
Vervoersrecht / Algemeen
Verkeersrecht / Algemeen
1.
Onze Minister kan een uitkering ten nadele van het openbaar lichaam wijzigen indien:
- a.
uit de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, niet blijkt dat de uitkering is besteed aan de voorbereiding en de uitvoering van het regionale verkeer- en vervoerbeleid en, indien een gedeelte van de uitkering is gereserveerd, uit de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, niet blijkt dat dit is gebeurd in overeenstemming met artikel 9 of de reservering niet herkenbaar in de verantwoording is vastgelegd;
- b.
geen verantwoording is afgelegd die overigens voldoet aan de bij of krachtens deze wet gestelde regels.
2.
Alvorens tot wijziging over te gaan stelt Onze Minister het dagelijks bestuur in de gelegenheid te worden gehoord.
3.
De wijziging van de uitkering ten nadele van het openbaar lichaam vindt plaats binnen vijf jaar na het einde van het uitkeringsjaar.