Wet herziening bedingen bij erfstelling of legaat [vervallen]
Geldend
Gegevens deze versie
Vervallen per 01-01-2003
- Redactionele toelichting
Deze wet vervalt tegelijk met de inwerkingtreding van de Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, vierde gedeelte (18-04-2002, Stb. 230 jo 16-08-2002, Stb. 429).
- Bronpublicatie:
11-11-2002, Stb. 2002, 558 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-11-2002, Stb. 2002, 558 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
Gegevens oorspronkelijke regeling
- BWB-nummer
BWBR0001923
- Bronpublicatie:
01-05-1925, Stb. 1925, 174 (uitgifte: 19-05-1925, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
08-06-1925
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-05-1925, Stb. 1925, 174 (uitgifte: 19-05-1925, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Datum vervallen
01-01-2003
- Parlementaire geschiedenis
-
- Eerste regelgevende instantie
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Citeertitel
De citeertitel is in de regeling vastgesteld.
- Titelvariant(en)
Wet waarbij de rechter de bevoegdheid krijgt om in de sfeer van kunst en wetenschap een bij testament gemaakt beding te wijzigen of op te heffen doch niet eerder dan 40 jaar na overlijden testateur
Wet Herziening in het Algemeen Belang van bij Erfstelling of Legaat gemaakte bedingen
Museumwet
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Bijzondere onderwerpen
Erfrecht / Testamenten
- Soort regeling
wet
- Werkingssfeer
Nederland
Historie
Datum inwerkingtreding | Terugwerkend tot en met | Datum afkondiging | Publicatiebron | Opmerking |
|---|---|---|---|---|
01-01-2003 | 11-11-2002 | |||
01-04-1998 | 24-12-1997 | |||
01-01-1957 | 31-05-1956 | Stb. 1956, 327 | ||
08-06-1925 | 01-05-1925 | Stb. 1925, 174 |