Wet financiering decentrale overheden
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 15-12-2013
- Bronpublicatie:
11-12-2013, Stb. 2013, 530 (uitgifte: 13-12-2013, kamerstukken: 33540)
- Inwerkingtreding
15-12-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2013, Stb. 2013, 530 (uitgifte: 13-12-2013, kamerstukken: 33540)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
Overheidsfinanciën / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
1.
Openbare lichamen kunnen uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak leningen aangaan, middelen uitzetten of garanties verlenen. Voor het overige houden zij hun liquide middelen in 's Rijks schatkist aan.
2.
De middelen die een openbaar lichaam in 's Rijks schatkist aanhoudt, blijven beschikbaar voor de uitoefening van zijn publieke taak.
3.
In afwijking van het eerste lid kunnen openbare lichamen hun liquide middelen in de vorm van leningen uitzetten bij andere openbare lichamen, met dien verstande dat openbare lichamen geen leningen kunnen verstrekken aan openbare lichamen ten aanzien waarvan zij met het financiële toezicht zijn belast. Bij regeling van Onze Ministers worden met betrekking tot deze leningen nadere regels gesteld.
4.
Bij regeling van Onze Ministers kunnen bepaalde middelen uitgezonderd worden van de verplichting deze aan te houden in 's Rijks schatkist.