Einde inhoudsopgave
Algemeen militair ambtenarenreglement
Artikel 94 Verplichtingen van de commandant
Geldend
Geldend vanaf 28-05-2004
- Bronpublicatie:
15-04-2004, Stb. 2004, 229 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
28-05-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-04-2004, Stb. 2004, 229 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De commandant is verplicht zo tijdig mogelijk zodanige maatregelen te treffen en voorschriften te geven als redelijkerwijs mogelijk is, opdat de militair die in verband met ongeschiktheid als gevolg van ziekte verhinderd is dienst te verrichten, in staat wordt gesteld de eigen of andere passende arbeid te verrichten. Indien vaststaat, dat de eigen arbeid niet meer kan worden verricht en binnen het gezagsbereik van Onze Minister geen andere passende arbeid voorhanden is, bevordert de commandant, naar regels bij ministeriële regeling te stellen, de inschakeling van de militair in voor hem passende arbeid buiten het gezagsbereik van Onze Minister.
2.
Uit hoofde van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, stelt de commandant in overeenstemming met de militair of de gewezen militair een plan van aanpak op als bedoeld in artikel 71a, tweede lid van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Het plan van aanpak wordt met medewerking van de militair of de gewezen militair regelmatig geëvalueerd en zo nodig bijgesteld.
3.
Om te beoordelen of de militair gevolg geeft aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 94a wint de commandant een hierop betrekking hebbend advies in van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en neemt dit advies mede in beschouwing.