Omschrijving overdrachtsmaatregel | | |
---|
|
| - —
Bij toepassing van de artikelen 12.12, 12.13 en 12.13a van het Besluit kwaliteit leefomgeving is de lengte van een geluidscherm
zodanig dat dit geluidscherm ten minste:
- 1.
voor elk saneringsgebouw in het geluidgevoelige cluster waarvoor de aanleg van het geluidscherm wordt overwogen, de loodlijn
die van het saneringsgebouw naar de weg loopt, doorsnijdt; en
- 2.
voor driekwart van alle saneringsgebouwen in dat geluidgevoelige cluster een lengte heeft die gelijk is aan de lengte viermaal
D, waarbij voornoemde loodlijn laatstgenoemde lengte in twee gelijke delen verdeelt.
Van deze randvoorwaarden kan in bijzondere omstandigheden worden afgeweken. - —
Bij toepassing van de artikelen 12.12, 12.13 en 12.13b1 van het Besluit kwaliteit leefomgeving is de hoogte van het geluidscherm
ten hoogste 8 m.
- —
Bij toepassing van de artikelen 12.12, 12.13 en 12.13a van het Besluit kwaliteitleefomgeving, in een situatie waarbij een
bestaand geluidscherm of een bestaande geluidwal wordt vervangen:
- 1.
is het nieuwe geluidscherm ten minste 3 m hoger dan het bestaande geluidscherm of de bestaande geluidwal; en - 2.
staan, in vergelijking met een geluidscherm dat 1 m lager zou zijn, de extra maatregelpunten voor het nieuwe geluidscherm
in redelijke verhouding tot de extra geluidreductie van dat scherm.
| Per strekkende meter bij een hoogte van: |
| |
| - —
- —
- —
Bij toepassing van de artikelen 12.12, 12.13 en 12.13a van het Besluit kwaliteit leefomgeving is de lengte van een geluidwal
zodanig dat deze geluidwal ten minste:
- 1.
voor elk saneringsgebouw in het geluidgevoelige cluster waarvoor de aanleg van een geluidwal wordt overwogen, de loodlijn
die van het saneringsgebouw naar de weg loopt, doorsnijdt; en
- 2.
voor driekwart van alle saneringsgebouwen in dat geluidgevoelige cluster een lengte heeft die gelijk is aan de lengte vier
maal D, waarbij voornoemde loodlijn laatstgenoemde lengte in twee gelijke delen verdeelt.
Van deze randvoorwaarden kan in bijzondere omstandigheden worden afgeweken. - —
Bij toepassing van de artikelen 12.12, 12.13 en 12.13a van het Besluit kwaliteit leefomgeving is de hoogte van de geluidwal
ten hoogste 8 m.
- —
Bij toepassing van de artikelen 12.12, 12.13 en 12.13a van het Besluit kwaliteit leefomgeving, in een situatie waarbij een
bestaand geluidscherm of een bestaande geluidwal wordt vervangen:
- 1.
is de nieuwe geluidwal ten minste 3 m hoger dan het bestaande geluidscherm of de bestaande geluidwal; en - 2.
staan, in vergelijking met een geluidwal die 1 m lager zou zijn, de extra maatregelpunten voor de nieuwe geluidwal in redelijke
verhouding tot de extra geluidreductie van die geluidwal.
| Gelijk aan het aantal maatregelpunten van een geluidscherm |
| - —
Bij toepassing van de artikelen 12.12, 12.13 en 12.13a van het Besluit kwaliteit leefomgeving is de lengte van een middenbermscherm
zodanig dat dit scherm ten minste:
- 1.
voor elk saneringsgebouw in het geluidgevoelige cluster waarvoor de aanleg van het middenbermscherm wordt overwogen, de loodlijn
die van het saneringsgebouw naar de weg loopt, doorsnijdt; en
- 2.
voor driekwart van alle saneringsgebouwen in dat geluidgevoelige cluster een lengte heeft die gelijk is aan de lengte vier
maal D, waarbij voornoemde loodlijn laatstgenoemde lengte in twee gelijke delen verdeelt.
Van deze randvoorwaarden kan in bijzondere omstandigheden worden afgeweken. - —
Bij toepassing van de artikelen 12.12, 12.13 en 12.13a van het Besluit kwaliteit leefomgeving is de hoogte van het middenbermscherm
ten hoogste 8 m.
- —
Bij toepassing van de artikelen 12.12, 12.13 en 12.13a van het Besluit kwaliteit leefomgeving in een situatie waarbij een
bestaand middenbermscherm wordt vervangen:
- 1.
is het nieuwe middenbermscherm ten minste 3 m hoger dan het bestaande middenbermscherm; en - 2.
staan, in vergelijking met een middenbermscherm dat 1 m lager zou zijn, de extra maatregelpunten voor het nieuwe middenbermscherm
in redelijke verhouding tot de extra geluidreductie van dat middenbermscherm.
| Per strekkende meter bij een hoogte van: |
| |
| - —
Op bestaand scherm passend. - —
| | |
Diffractor, niet geplaatst op een geluidscherm of geluidwal | - —
Alleen voor situaties waarin geen kabels en leidingen hoeven te worden verlegd. - —
Voldoende ruimte beschikbaar. - —
Minimale geluidreductie voor afronding van 1,0 dB op ten minste één saneringsgebouw in het geluidgevoelige cluster. - —
Bij toepassing van de artikelen 12.12 en 12.13a van het Besluit kwaliteit leefomgeving is de lengte van een diffractor zodanig
dat de diffractor ten minste:
- 1.
voor elk saneringsgebouw in het geluidgevoelige cluster waarvoor de aanleg van de diffractor wordt overwogen, de loodlijn
die van het saneringsgebouw naar de weg loopt, doorsnijdt; en
- 2.
voor driekwart van alle saneringsgebouwen in dat geluidgevoelige cluster een lengte heeft die gelijk is aan de lengte vier
maal D, waarbij voornoemde loodlijn laatstgenoemde lengte in twee gelijke delen verdeelt. Van deze randvoorwaarde kan in bijzondere
omstandigheden worden afgeweken.
| | |
|
Geluidscherm met uitzondering van een geluidscherm bij een spoorweg dat is gelegen op een kortere afstand dan 2,5 m uit het
hart van het spoor (minischerm)
| - —
Bij toepassing van de artikelen 12.12 en 12.13a van het Besluit kwaliteit leefomgeving is de lengte van een geluidscherm zodanig
dat dit scherm ten minste:
- 1.
voor elk saneringsgebouw in het geluidgevoelige cluster waarvoor de aanleg van het geluidscherm wordt overwogen, de loodlijn
die van het saneringsgebouw naar de spoorweg loopt, doorsnijdt; en
- 2.
voor driekwart van alle saneringsgebouwen in dat geluidgevoelige cluster een lengte heeft die gelijk is aan de lengte twee
maal D, waarbij voornoemde loodlijn laatstgenoemde lengte in twee gelijke delen verdeelt.
Van deze randvoorwaarden kan in bijzondere omstandigheden worden afgeweken. - —
Bij toepassing van de artikelen 12.12 en 12.13a van het Besluit kwaliteit leefomgeving is de hoogte van het geluidscherm ten
hoogste 5 m.
- —
Bij toepassing van de artikelen 12.12 en 12.13a van het Besluit kwaliteit leefomgeving in een situatie waarbij een bestaand
geluidscherm of een bestaande geluidwal wordt vervangen:
- 1.
is het nieuwe geluidscherm ten minste 2 m hoger dan het bestaande geluidscherm of de bestaande geluidwal; en - 2.
staan, in vergelijking met een geluidscherm dat 1 m lager zou zijn, de extra maatregelpunten voor het nieuwe geluidscherm
in redelijke verhouding tot de extra geluidreductie van dat geluidscherm.
| Per strekkende meter bij een hoogte van: |
| |
| - —
- —
- —
Bij toepassing van de artikelen 12.12 en 12.13a van het Besluit kwaliteit leefomgeving is de lengte van een geluidwal zodanig
dat die geluidwal ten minste:
- 1.
voor elk saneringsgebouw in het geluidgevoelige cluster waarvoor de aanleg van de geluidwal wordt overwogen, de loodlijn die
van het saneringsgebouw naar de spoorweg loopt, doorsnijdt; en
- 2.
voor driekwart van alle saneringsgebouwen in dat geluidgevoelige cluster een lengte heeft die gelijk is aan de lengte twee
maal D, waarbij voornoemde loodlijn laatstgenoemde lengte in twee gelijke delen verdeelt.
Van deze randvoorwaarden kan in bijzondere omstandigheden worden afgeweken. - —
Bij toepassing van de artikelen 12.12 en 12.13a van het Besluit kwaliteit leefomgeving is de hoogte van de geluidwal ten hoogste
5 m.
- —
Bij toepassing van de artikelen 12.12 en 12.13a van het Besluit kwaliteit leefomgeving in een situatie waarbij een bestaand
geluidscherm of een bestaande geluidwal wordt vervangen:
- 1.
is de nieuwe geluidwal ten minste 2 m hoger dan het bestaande geluidscherm of de bestaande geluidwal; en - 2.
staan, in vergelijking met een geluidwal die 1 m lager zou zijn, de extra maatregelpunten voor de nieuwe geluidwal in redelijke
verhouding tot de extra geluidreductie van die geluidwal.
| Gelijk aan het aantal maatregelpunten van een geluidscherm |
Scherm tussen sporen, met uitzondering van een geluidscherm bij een spoorweg dat is gelegen op een kortere afstand dan 2,5 m
uit het hart van het spoor (minischerm)
| - —
- —
Bij toepassing van de artikelen 12.12 en 12.13a van het Besluit kwaliteit leefomgeving is de lengte van een scherm tussen
sporen zodanig dat dit scherm ten minste:
- 1.
voor elk saneringsgebouw in het geluidgevoelige cluster waarvoor de aanleg van het scherm tussen sporen wordt overwogen, de
loodlijn die van het saneringsgebouw naar de spoorweg loopt, doorsnijdt; en
- 2.
voor driekwart van alle saneringsgebouwen in dat geluidgevoelige cluster een lengte heeft die gelijk is aan de lengte twee
maal D, waarbij voornoemde loodlijn laatstgenoemde lengte in twee gelijke delen verdeelt.
Van deze randvoorwaarden kan in bijzondere omstandigheden worden afgeweken. - —
Bij toepassing van de artikelen 12.12 en 12.13a van het Besluit kwaliteit leefomgeving is de hoogte van het scherm tussen
sporen ten hoogste 5 m.
- —
Bij toepassing van de artikelen 12.12 en 12.13a van het Besluit kwaliteit leefomgeving in een situatie waarbij een bestaand
scherm tussen sporen wordt vervangen:
- 1.
is het nieuwe scherm tussen sporen ten minste 2 m hoger dan het bestaande scherm; en - 2.
staan, in vergelijking met een scherm tussen sporen dat 1 m lager zou zijn, de extra maatregelpunten voor het nieuwe scherm
tussen sporen in redelijke verhouding tot de extra geluidreductie van dat scherm tussen sporen.
| Per strekkende meter bij een hoogte van: |
| |