Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2008/90/EG betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 28-10-2008
- Bronpublicatie:
29-09-2008, PbEU 2008, L 267 (uitgifte: 08-10-2008, regelingnummer: 2008/90/EG)
- Inwerkingtreding
28-10-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-09-2008, PbEU 2008, L 267 (uitgifte: 08-10-2008, regelingnummer: 2008/90/EG)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
(Herschikking)
Richtlijn van de Raad van 29 september 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Richtlijn 92/34/EEG van de Raad van 28 april 1992 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt (2) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (3). Aangezien nieuwe wijzigingen nodig zijn, dient ter wille van de duidelijkheid tot herschikking van deze richtlijn te worden overgegaan.
- (2)
In de agrarische productie van de Gemeenschap neemt de teelt van fruitgewassen een belangrijke plaats in.
- (3)
Bevredigende resultaten bij de teelt van fruitgewassen hangen in ruime mate af van de kwaliteit en de fytosanitaire staat van het materiaal dat voor de teelt van de fruitgewassen wordt gebruikt en van de fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt.
- (4)
Geharmoniseerde voorschriften op communautair niveau garanderen dat de kopers in de gehele Gemeenschap teeltmateriaal en fruitgewassen ontvangen die fytosanitair in orde en van goede kwaliteit zijn.
- (5)
Wat het fytosanitaire aspect betreft, moeten de geharmoniseerde voorschriften coherent zijn met het bepaalde in Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten of voor plantaardige producten schadelijke organismen (4).
- (6)
Er moeten communautaire voorschriften worden vastgesteld voor geslachten en soorten fruit die voor de Gemeenschap van groot economisch belang zijn, waarbij moet worden voorzien in een communautaire procedure om later nog andere geslachten en soorten aan de lijst van onder deze richtlijn vallende geslachten en soorten toe te voegen. De geslachten en soorten die in de lijst worden genoemd, moeten in de lidstaten veelvuldig worden geteeld en voor het teeltmateriaal en/of de fruitgewassen moet een belangrijke markt bestaan die zich tot meer dan één lidstaat uitstrekt.
- (7)
Het is, onverminderd de fytosanitaire voorschriften van Richtlijn 2000/29/EG, niet dienstig de communautaire voorschriften voor het in de handel brengen van teeltmateriaal en fruitgewassen toe te passen wanneer wordt aangetoond dat deze producten voor uitvoer naar derde landen bestemd zijn, aangezien de in die landen geldende voorschriften kunnen afwijken van de voorschriften van de onderhavige richtlijn.
- (8)
In het belang van de duidelijkheid moeten de nodige definities worden vastgesteld. Deze definities moeten op technische en wetenschappelijke vooruitgang zijn gebaseerd en de desbetreffende term volledig en duidelijk omschrijven, zodat de harmonisatie binnen de interne markt wordt vergemakkelijkt en rekening wordt gehouden met alle nieuwe kansen op de markt en alle nieuwe processen die voor de productie van teeltmateriaal worden gebruikt. De definities moeten in overeenstemming worden gebracht met de definities die zijn vastgesteld voor het in de handel brengen van ander teeltmateriaal dat onder de communautaire wetgeving valt.
- (9)
Het is wenselijk voor elk geslacht en elke soort fruit fytosanitaire eisen en kwaliteitsnormen vast te stellen die op internationale regelingen zijn gebaseerd en die onder meer bepalingen inzake het testen op ziekteverwekkers kunnen omvatten. Daarom is het wenselijk een systeem van geharmoniseerde voorschriften in te voeren voor de verschillende categorieën materiaal en plantgoed die op de markt worden gebracht, door, wanneer beschikbaar, naar deze internationale regelingen te verwijzen.
- (10)
Het is tegenwoordig in de landbouwsector gebruikelijk te eisen dat teeltmateriaal en fruitgewassen hetzij officieel onderzocht zijn, hetzij onder officieel toezicht onderzocht zijn zoals de bedoeling is voor andere soorten die onder de communautaire wetgeving vallen.
- (11)
Genetisch gemodificeerd teeltmateriaal en genetisch gemodificeerde fruitgewassen mogen niet in de handel worden gebracht en fruitrassen mogen niet officieel worden geregistreerd, tenzij alle nodige maatregelen zijn genomen om ieder risico voor de gezondheid van de mens of voor het milieu te voorkomen zoals vastgelegd in Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu (5) en Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (6).
- (12)
Het is wenselijk dat wordt toegezien op de instandhouding en het duurzame gebruik van de genetische diversiteit. Er moeten passende maatregelen voor het behoud van de biodiversiteit komen, die het behoud garanderen van bestaande rassen, in overeenstemming met andere relevante communautaire wetgeving.
- (13)
Het is zinvol voorschriften voor het in de handel brengen van teeltmateriaal voor proeven, wetenschappelijke doeleinden of selectie vast te stellen, indien dit materiaal wegens de specifieke toepassing niet aan de normale normen betreffende fytosanitaire staat en kwaliteit kan voldoen.
- (14)
Het is in de eerste plaats de taak van de leveranciers van teeltmateriaal of fruitgewassen om ervoor te zorgen dat hun producten aan de voorschriften van deze richtlijn voldoen. Het is zinvol de taak van de leveranciers en de voorwaarden waaraan zij moeten voldoen, te omschrijven. Leveranciers moeten officieel worden geregistreerd om een transparante en economisch waardevolle procedure voor de certificering van teeltmateriaal en fruitgewassen op te zetten.
- (15)
Leveranciers die uitsluitend aan niet-professionele eind-verbruikers verkopen of leveren, kunnen van de registratieverplichting worden vrijgesteld.
- (16)
Het is in het belang van de koper van teeltmateriaal en fruitgewassen dat de benaming van het ras bekend is en dat de identiteit wordt gevrijwaard om de traceerbaarheid binnen het systeem mogelijk te maken en het vertrouwen op de markt te vergroten.
- (17)
Die doelstelling kan het best worden bereikt door algemene rasbekendheid, met name voor oude rassen, of door een rasbeschrijving die is gebaseerd op protocollen van het Communautair Bureau voor plantenrassen (CPVO) of, bij het ontbreken daarvan, op andere internationale of nationale regels.
- (18)
Met het oog op een correcte identificatie en een geordende afzet van teeltmateriaal en fruitgewassen moeten communautaire voorschriften worden vastgesteld met regels betreffende het apart houden van de partijen en de waarmerking. Op de gebruikte etiketten moeten alle gegevens worden vermeld die voor de officiële controle en de informatie van de gebruiker nodig zijn.
- (19)
De bevoegde instanties van de lidstaten moeten er via controles en inspecties op toezien dat de voorschriften betreffende teeltmateriaal of fruitgewassen en leveranciers in acht worden genomen. Bij de bepaling van het niveau, de intensiteit en de frequentie van die inspecties moet rekening worden gehouden met de betrokken materiaal-categorie.
- (20)
Er moeten communautaire controlemaatregelen worden getroffen om te garanderen dat de normen van deze richtlijn in alle lidstaten op gelijke wijze worden toegepast.
- (21)
Er moeten regels worden vastgesteld op grond waarvan bij tijdelijke moeilijkheden op het gebied van de voorziening als gevolg van natuurrampen, zoals brand en storm, of onvoorziene omstandigheden, voor een beperkte periode onder specifieke voorwaarden teeltmateriaal en fruitgewassen in de handel mogen worden gebracht die aan minder strenge eisen voldoen dan die welke bij deze richtlijn zijn vastgesteld.
- (22)
Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel moeten de lidstaten kleine producenten waarvan de volledige productie en verkoop van teeltmateriaal en fruitgewassen bestemd is voor uiteindelijk gebruik door personen op de lokale markt die niet beroepshalve betrokken zijn bij de productie van gewassen (‘lokaal verkeer’), kunnen vrijstellen van de etiketteringsvoorschriften en van de controles en officiële inspecties.
- (23)
Er moet de lidstaten een verbod worden opgelegd om voor de in bijlage I bedoelde geslachten en soorten nog andere eisen of beperkingen voor het in de handel brengen vast te stellen dan die welke bij deze richtlijn zijn vastgesteld.
- (24)
Er moet worden bepaald dat in derde landen geproduceerd teeltmateriaal en in derde landen geproduceerde fruitgewassen in de Gemeenschap in de handel mogen worden gebracht, op voorwaarde dat voor deze producten in alle gevallen dezelfde garanties worden gegeven als voor het teeltmateriaal en de fruitgewassen die in de Gemeenschap worden geproduceerd en die aan de communautaire voorschriften voldoen.
- (25)
Om de verschillende, in de lidstaten toegepaste technische controlemethoden te harmoniseren en het in de Gemeenschap geproduceerde teeltmateriaal en de in de Gemeenschap geproduceerde fruitgewassen te kunnen vergelijken met de producten uit derde landen, moeten vergelijkingsproeven worden uitgevoerd om na te gaan of deze producten aan de bepalingen van deze richtlijn voldoen.
- (26)
Om handelsverstoringen te voorkomen moeten de lidstaten kunnen toestaan dat gecertificeerd en CAC-materiaal (‘Conformitas Agraria Communitatis’) dat afkomstig is van op de datum van toepassing van deze richtlijn reeds bestaande en reeds gecertificeerde of als CAC-materiaal aanvaarde moederplanten, op hun eigen grondgebied voor een overgangsperiode in de handel worden gebracht, zelfs als dit materiaal niet aan de nieuwe voorschriften voldoet.
- (27)
De maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering van deze richtlijn moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (7).
- (28)
Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht en toepassing van de aldaar genoemde richtlijnen onverlet te laten,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Voetnoten
Advies uitgebracht op 11 december 2007 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
PB L 157 van 10.6.1992, blz. 10.
Zie bijlage II, deel A.
PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1.
PB L 106 van 17.4.2001, blz. 1.
PB L 268 van 18.10.2003, blz. 1.
PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.