Einde inhoudsopgave
Landelijk procesreglement civiele zaken rechtbanken en gerechtshoven KEI
3.2.6 Tegenvordering en incidenten
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2019
- Redactionele toelichting
De dag van de datum van afkondiging is gezet op 01.
- Bronpublicatie:
01-10-2018, Stcrt. 2019, 10137 (uitgifte: 25-02-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-10-2018, Stcrt. 2019, 10137 (uitgifte: 25-02-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Een tegenvordering of een incident wordt, behalve in kantonzaken, ingediend door een advocaat. Een partij die een tegenvordering of een incidentele vordering wenst in te stellen, vermeldt dit, onder vermelding van de gronden daarvan, zo spoedig mogelijk maar uiterlijk 24 uur vóór de mondelinge behandeling:
- •
indien langs de elektronische weg wordt geprocedeerd: op duidelijk kenbare wijze in het elektronisch in te dienen formulier en in de titel van het elektronisch in te dienen processtuk, en
- •
indien op papier wordt geprocedeerd: bij bericht aan de wederpartij, aan eventuele overige partijen en aan de rechter. Deze partij dient de tegenvordering of de incidentele vordering in tweevoud in.
Tegenvorderingen of incidenten die binnen 24 uur (één werkdag) vóór de zitting worden ingediend, worden niet toegelaten, tenzij de rechter anders bepaalt.
Indien de tegenvordering of de incidentele vordering een bijlage of bijlagen bevat, wordt daarnaar uitdrukkelijk verwezen.
De rechter beslist ter mondelinge behandeling over de toelaatbaarheid van de tegenvordering of de incidentele vordering, met inachtneming van de eisen van een goede procesorde en het beginsel van hoor en wederhoor.