Einde inhoudsopgave
Verdrag der Verenigde Naties inzake internationale koopovereenkomsten betreffende roerende zaken
Artikel 71 [Opschorting]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1988
- Bronpublicatie:
11-04-1980, Trb. 1986, 61 (uitgifte: 12-05-1986, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1988
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-02-1991, Trb. 1991, 30 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
1.
Een partij mag de nakoming van haar verplichtingen opschorten, indien na het sluiten van de overeenkomst blijkt dat de andere partij een wezenlijk deel van haar verplichtingen niet zal nakomen ten gevolge van:
- a.
een ernstig tekortschieten van haar vermogen om dat deel van haar verplichtingen na te komen, of van haar kredietwaardigheid; of
- b.
haar gedrag bij de voorbereiding van de nakoming van de ingevolge de overeenkomst op haar rustende verplichtingen, dan wel bij de nakoming.
2.
Heeft de verkoper de zaken reeds verzonden voordat de in het voorgaande lid omschreven gronden blijken, dan kan hij er zich tegen verzetten dat de zaken aan de koper worden afgegeven, zelfs al heeft de koper reeds een document in zijn bezit dat hem recht geeft de zaken te verwerven. Dit lid heeft uitsluitend betrekking op de rechten van koper en verkoper ten aanzien van de zaken.
3.
Een partij die hetzij vóór, hetzij na verzending van de zaken de nakoming opschort, moet de andere partij onmiddellijk in kennis stellen van de opschorting en moet voortgaan met de nakoming, indien de andere partij voldoende zekerheid stelt voor de nakoming van haar verplichtingen.